zondag 23 februari 2014

vrijheid blijheid?

 Het is dwaasheid te vertrouwen op het zelfregulerend vermogen van de #"vrije meningsuiting". Toenemende verloedering zal het resultaat zijn.

zondag 3 november 2013

Jamie mijn Avatar 20131103


Jamie 
mijn Avatar

Kees van Dongen


Copyrights: Kees van Dongen 2013
niets uit deze uitgave mag worden verveel-voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder mijn voorafgaande schriftelijke toestemming.


...in de hedendaagse videospellen wordt  de speler veelal  uitgebeeld als een virtuele driedimensionale figuur, die door de speler  zelf  naar eigen smaak gevormd wordt, en  wordt aangekleed en gestyled.  De speler kan deze Avatar besturen, en hij kan hem allerlei taken laten uitvoeren, onder meer het aangaan van sociale ontmoetingen en engagementen, alles met als enige restrictie de  mogelijkheden van het programma.
Een 4-D platfrom als Second Life gebruikt zeer realistische Avatars, die een virtuele werkelijkeid, Virtuality, present stellen, welke in alle opzichten een verbluffende afspiegeling is van het leven in Reality, maar dan zonder de conventies die door het leven in Reality worden opgelegd en zonder de dwingende beperkingen die het leven in het hier en nu van Reality aankleven....
vrij naar Wikipedia

Jamie is niet door iemand uit Reality geconstrueerd, en is strict genomen geen Avatar'. Arie heeft zich echter aan haar verbonden en heeft haar met graagte als zijn Avatar gedopteerd. Vandaar de titel
Jamie mijn Avatar



Intro

Het is een hard gelag als je bij je vriend op bezoek wilt gaan en je komt er dan achter dat hij dood is. Daar sta je dan ineens met slappe knieën. Het is me overkomen met mijn vriend Ari. Ik werd met de bittere waarheid geconfronteerd toen ik in de consternatie bij het appartementengebouw waar hij een flat had, een politiebeambte aansprak.
“Zo te horen ken je hem?", haakt die in. "Waren jullie bevriend?”
“Heh, waren? Hoezo "waren"? Ik schrik me rot. Wat is er gebeurd?"
"De bewoner van dit pand is om het leven gekomen; een geval van koolmonoxidevergiftiging. Als hij je vriend was, zou je ons een dienst kunnen bewijzen door hem te identificeren. Zou je daar aan mee willen werken?"
“Ho, ho, wacht nou eens even, rustig aan alsjeblieft. Hoezo, "een geval". Je zegt me nogal wat. Mag ik dit even verwerken? Dood? Is hij dood? Maar hoe? Door koolmonoxide?" Er schieten woorden van mijn Pa door me heen: "Er is niks zo verraderlijk dan koolmonoxide." Hij had een heel gezin naar buiten zien dragen toen hij `smorgens vroeg op de fiets naar zijn werk ging. 'sMiddags was hij nog vervuld van afgrijzen, en zag hij grauw toen hij het vertelde.
"Maar goeie genade, hoe kon zoiets gebeuren? En wanneer?"
“Dat kan ik niet zeggen, dat moet de wetsdokter uitmaken.”
De diender kijkt me vorsend aan, nu wat gehaast ook, want nog steeds komen er mensen toegelopen, nieuwsgierig naar wat er aan de hand is. “Allez, wil je ons helpen?"
“Ehh, ja, als dat moet wel ja. Ja, natuurlijk. Godver.” Het is me vreemd te moede. Op de golf van mijn emoties surft een of andere kwelgeest met me mee, die brutaal een loopje met me neemt; met mij en de hele beroerde situatie, en die idioot genoeg op mijn lachspieren werkt. Identificeren?… "Hmm, ja, graag"…, treitert de stem in me. Ja, mooi niet dus, de werkelijkheid is wel anders.
“Nou, kom dan maar mee en wees niet bang, het is echt niet akelig om te zien.” Het? Schrale troost, voel ik, terwijl ik achter de man aan naar de deur loop, die wijd open staat, net als het keukenraam. Om te luchten natuurlijk, bedenk ik me. Moet de CO eruit of gaat het om een ander luchtje? Hoe dan ook, een eerste teken dat het menens is. Het groepje buurtbewoners, dat zich verzameld heeft, kijkt nieuwsgierig toe en ik ben niet bepaald gecharmeerd van hun blikken. Het kijkerige gepraat is even stil gevallen, maar het geroezemoes zwelt weer aan, als we het appartement binnen gaan.
En daar zit hij, Ari, snotverdomme. Ari, in zijn stoel, zijn i-pad op zijn knieën, vertrouwd naast zijn aquarium. Verrassend fris, valt me meteen op, maar bewegingloos en evident levenloos. De verbijstering slaat nu pas goed toe en een tijd lang blijf ik geobsedeerd staan kijken naar mijn vriend, die er niet meer is. De luidruchtigheid waarmee ik mijn keel schraap, brengt me terug in de realiteit.
Er is iets dat me meteen opgevallen is. Wat eigenaardig. Er heerst hier op deze plek een vreemde, vredige rust. Wat paradoxaal, bizar mag je wel zeggen. Ik sta dan nu hier wel met vochtige ogen naar mijn dode vriend te kijken, maar ik ervaar geen overweldigend verdriet, wat ik anders wel ken van mezelf. Dat roept het lichaam ook niet op, eerder het tegendeel. Weer treft me de  uitdrukking op het gezicht. Het toont vreemd genoeg een ontspannen rust, gelukzaligheid lijkt het wel. Als er één ding volmaakt duidelijk is, dan is het wel dat dit geen vrijwillig gekozen heengaan geweest kan zijn. Trouwens zo zat hij ook niet in elkaar.
 Aangedaan, kijk ik naar het rozige roerloze gezicht van mijn vriend, in de ban van de volstrekte bewegingloosheid en de verstilde glimlach die zich er kennelijk in de laatste seconden van zijn leven op afgetekend heeft. Onder de indruk besef ik dat dit heengaan niet nodig was geweest. Er waart een golf van verontwaardigd maar hulpeloos verzet door me heen.

“U kent hem dus?" De Rechercheur die me even de tijd heeft gegund, komt ter zake, en brengt me terug in de realiteit. "Wie is dit?”
De eigenaardige vraag brengt me in verwarring. Wie is dit? “Dit is, ehh, was, Ari, Ari de Groot, een vriend van me.“
“De bewoner van dit pand mag ik aannemen? Ja, ik weet het, dit klinkt vreemd” voegt hij er niet onvriendelijk aan toe, reagerend op de gepijnigde blik die ik hem toewerp. “Sorry, maar ik moet dit nu eenmaal zo vragen. Je vriend dus? Je wilt dat dan nu formeel bevestigen? Kijk dan naar dit formulier, en vul het in. Neem er maar de tijd voor. Hier heb je een pen." De plotselinge zakelijkheid doet me vreemd genoeg goed.

Onder het invullen kijk ik af en toe om me heen, benieuwd naar wat er gebeurt. Het interieur van de kamer is totaal anders dan ik me van mijn laatste bezoek herinner. Er staat nu een forse Sony videocamera op statief, die zo te zien via een mengpaneel is aangesloten op een videorecorder. Alles staat ook aan, en dan, plots snap ik het. Ari was opnames aan het maken, maar waarvan? Van zichzelf?
“Wist jij dat je vriend zich zo bezig hield met video? Het ziet er naar uit dat hij opnames aan het maken was", bevestigt de rechercheur mijn vermoeden, "en die rechtstreeks doorstuurde naar het internet."
“Nee, dat wist ik niet. Toch niet dat hij dat nu nog deed. Ja, vroeger wel, toen verzorgde hij wekelijks een journaaluitzending op het bejaardenhuis. Voor zover ik weet was hij de laatste jaren in Roy uitsluitend actief als fotograaf, al maakte hij ook nogal eens een videoclip als aanvulling op zijn foto's. Hij had oog voor het mooie in het gewone, zeg maar. Hij zette zijn registraties met wat tekst erbij elke week op zijn website.
De Rechercheur onderbreekt me, ineens wat kortaf. “Je vriend leefde alleen? Was hij vrijgezel, geen vriendin?" De verborgen vraag wil eerst nog niet zo doordringen. Alleen, vrijgezel, camera! Wat een apparatuur heeft hij hier staan zeg. Je ziet het hem denken: is dit allemaal wel zuivere koffie? Maar dat zal er wel bij horen.
“Hij is 33 jaar getrouwd geweest hoor”, antwoord ik, nu op mijn beurt wat kortaf. Ik heb hem door, deze Diender. “En ja, hij heeft twee kinderen, en hij is gek op vrouwen, ga ik verder! Net als ik trouwens", voeg ik er nog plagerig en nu weer zelfverzekerd aan toe. Ik ben gepikeerd; een praatje gaat immers snel rond.
“Ahh, hij heeft kinderen? Dat weet je zeker?” 
"Ja, heel zeker: een zoon en een dochter, en ze wonen in Nederland. Wacht, om precies te zijn, de zoon woont in Utrecht en de dochter in Rotterdam. Dat staat vast en zeker in zijn adresboekje ", wijzend naar het rode boekje op de tafel." 

Dit tv-gebeuren is het beste bewijs dat hij zijn afscheid niet gepland heeft. Zoiets doe je niet in een tv-uitzending. Tenzij hij zijn afscheid juist wilde registreren“, gaat het door me heen. Ach, hm, welnee, rustig nou maar, vermaan ik mezelf, toch geschrokken bij de confronterende gedachte. De politie zal dat toch ook wel overwogen hebben. En dan die glimlach op zijn gezicht, die is daar al helemaal niet mee te rijmen. Ik moet op mijn gevoel afgaan, realiseer ik me. Ari was kennelijk met iets aangenaams bezig en dat vergif heeft hem midden in de volheid van zijn leven gepakt. Koolmonoxide is een sluipmoordenaar. Als slachtoffer merk je er niets van dat je wegens zuurstofgebrek dood aan het gaan bent. En dan ineens is het zo ver. Om van te griezelen. Godverdomme toch. Het zal wel een combinatie zijn geweest, een samenloop van omstandigheden. Het verraderlijke van koolmonoxide is dat je er werkelijk absoluut niets van merkt en al zeker niet als er iets is dat je intens bezig houdt. Dat moet zo te zien aan de glimlach die op zijn gezicht staat iets moois zijn geweest. Was hij op internet bezig? Ik zou dan de laatste pagina wel eens willen zien."

Godverdorie, wat een toestand. Ari, Ari, ben je zo verstrooid geweest dat je vergeten bent te ventileren? Uitgerekend jij, die altijd zo zorgvuldig was! Kom, ik ga een borrel pakken. Ik wil ook Ari zijn agenda doorkijken. Die neem ik even mee, besluit ik, terwijl ik hem in mijn zak laat glijden. Zoals ik al vermoedde, en tot mijn genoegen, blijkt die agenda tegelijk een soort notitieboek te zijn, met allerlei persoonlijke aantekeningen. Het ging hem de laatste tijd kennelijk steeds maar over ene Jamie? Haar naam staat zowat op elke bladzijde. Wat? Hoe? Een Avatar? Zie je wel, op het internet kom je van alles tegen, en vaak niet veel goeds. Maar wat ik lees ontroert me. Ik sta net als Ari alleen in het leven. Ach jong, was je hunkering zo groot dat je een vriendin moest gaan zoeken op het internet? In virtual reality, nota bene, een Avatar? Ah, hij noemt dat Virtuality? Een Avatar, dat is toch een soort kunstpop?
Ach ja, dat is waar ook, hij was een boek aan het schrijven; science fiction, had hij eens gezegd. Nee, hij wilde er niet veel over kwijt, maar het was wel duidelijk dat hij in de ban was van zijn verhaal. "Het moet eerst iets meer uitgekristalliseerd zijn", placht hij te zeggen, de keren dat ik er naar vroeg. "Je zult het ter zijner tijd zeker wel te lezen krijgen". Misschien was dat het: teveel en te lang achter zijn computer gezeten, en daarbij alles om zich heen vergeten.
Hij is kennelijk meer dan ik besefte opgegaan in zijn internetfantasie; die moet zo te lezen in zijn beleving welhaast werkelijkheid zijn geworden. Ongetwijfeld kan ik van zijn computer veel wijzer worden. Ik ga het uitzoeken, en ik wil zijn verhaal lezen. Misschien krijg ik zo een idee van wat hem de laatste tijd zó bezig heeft gehouden dat het hem tenslotte de das omgedaan heeft. Het adres waar Ari op internet zijn verhaal geplaatst had heb ik zo gevonden. Kom op.





Jamie een Avatar

Vooruitkijkend op wat er hopelijk staat te gebeuren, denk ik er goed aan te doen om mijn belevenissen met het internet te boekstaven. Wat ik beleef lijkt me uniek, en mag niet verloren gaan. Ik ben er van overtuigd, dat de samenleving met mijn ervaringen haar voordeel kan doen. Dit wordt een verhaal over wat ik niet gezocht heb, maar dat me overkomen is, en dat heel mijn leefwereld op zijn kop heeft gezet. Waar ik er vroeger niet over piekerde om over wat dan ook de publiciteit te zoeken, doe ik nu juist mijn best om mijn lotgevallen bij jullie, lezers, onder de aandacht te brengen. Vandaar dat ik besloten heb alles op te schrijven en ook alles op het internet te zetten. Je zult zien: daar komt het allemaal vandaan en daar gaat ook alles naar terug. Ik zal het maar ronduit zeggen: ik hoop dat ik binnenkort hier niet meer ben, weg ben dus. Ik wil naar Jamie, mijn internetlief, nou weet je het, maar ik zal vanaf de plek waar ik terecht ga komen, bij Jamie dus, zeker proberen met jullie contact op te nemen.

Iemand die tot hier toe meegelezen heeft, zal nu toch wel beseffen dat ik geen chaoot ben. Inderdaad, hèhè, gelukkig, ik zit hier niet zo maar wat te raaskallen. Ik voor mij kan met een gerust hart zeggen, dat ik in de loop van mijn leven ook voldoende inzicht heb gekregen in de trucs die de geest met een mens kan uithalen, en dat ik dus niet in de valkuil van puberale wensfantasieën ben gevallen. Maar nu vraag ik je op de man af, is er een harde grens tussen werkelijkheid en fictie? Ja? Meen je dat? De indrukken die je als mens op doet, zijn hoe dan ook toch heel persoonlijk, en een absolute objectieve waarheid is er niet, wat de filosofie ook mag beweren. Wat voor de een 'n droom is, is voor een ander een lachertje. Ik heb nu te lang op en neer gependeld tussen realiteit en waarschijnlijkheid, tussen droom en werkelijkheid, tussen waan en zin, om dat niet ten volle in te doorzien. Ik ben het overdenken daarvan nu echter ook wel moe geworden, en ik neem mijn verhaal nu maar gewoon voor lief: Jamie is voor mij van internetvriendin een hartsvriendin geworden. Ze is mijn lief, ik zie ze graag en ze is voor mij intussen zo reëel als wat. 

Ik heb haar voor het eerst ontmoet van achter mijn beeldscherm, toen ik op internet bezig was. Het is niet zo verwonderlijk dat zij me kon vinden. Ik zit veel achter de PC, al van oudsher. Ik ben nu met pensioen en ben inmiddels zelfs de 70 al ruimschoots gepasseerd. Ik heb nu lekker veel tijd om me met de computer bezig te houden. Tot mijn genoegen mag ik wel zeggen. Ik vind dit ook een heerlijke leeftijd. Ik heb niet alleen alle tijd, maar ook genoeg levenservaring en voldoende inkomen om die tijd op een leuke manier in te vullen. Daarom dook ik ook meteen met graagte in mijn verhaal met Jamie. Maar ho, ho, wel rustig aan; dat is tegenwoordig mijn motto, want het is zonder extra emotie en opwinding al opwindend genoeg. Is dat Ouwelullenpraat? Ammehoela! Het is belangrijk om dat in te zien, want anders loop jij lezer mij voorbij en zul je mij dus niet kunnen volgen. Het krijgen van een bezonken en niet een “beschonken”, oordeel, hè hè, over de feiten die ik hier verhaal, is misschien ook de reden waarom dit verhaal de kans gekregen heeft zich te ontwikkelen.
Ik heb veel geduld, en ik geef de dingen die zich aandienen graag een kans. Dat kan, omdat ik gelukkig niet meer zo rationeel ben en over het algemeen ook niet meer zo zwart/wit denk als vroeger. Ik sta veeleer open voor het onvoorspelbare, zelfs voor het onwaarschijnlijke, voor dat wat niet zo direct strookt met mijn realiteitszin en langs rationele weg niet 1, 2, 3 te bewijzen is. Laat ik het zo zeggen, dat ik in mij de gelukkige gave ontdekt heb om ruimte te kunnen laten voor indrukken die niet direct stroken met mijn natuurwetenschappelijke of filosofische overtuigingen en denkbeelden. Ik kan het nog wat treffender zeggen: “ik ben misschien anders dan je zou verwachten niet meer zo hinderlijk behept met vooroordelen, noch sociale noch wetenschappelijke, noch ideologische en ​geniet van de ruimte die dat me laat. Bovendien is het me gegeven, dat ik tegenwoordig alles dat niet direct van belang is vergeet, en dat is een van de ware zegeningen van het ouder worden. Zo blijf ik tenminste het hele bos zien met alles wat er in is en steek ik niet meteen over alle details een kritische boom op. Voor de nerds onder ons is het een zalige vanzelfsprekendheid en voor de afkerige een zoveelste aanval op zijn evenwichtige maar misschien ook wat gezapige leven: de PC, de computer dus, en het internet spelen in dit verhaal de hoofdrol.
Ik doe de waarheid alle eer aan als ik zeg, dat ik met mijn computersysteem door de jaren heen echt een band heb gekregen. Ja, ik weet het, het klinkt ridicuul maar ik heb een zekere gevoeligheid voor de PC ontwikkeld. Toch is dat niet zo gek, want ik heb de hele ontwikkeling ervan meegemaakt, van "zijn kindsbeen af" mag ik wel zeggen. Nee, wacht, haha, ik bedoel dat ik van nabij de wonderbaarlijke evolutie van dit technologische hoogstandje heb meegemaakt. Het mag raar klinken, maar voor mij is dat kastje geen dood ding meer; het is verwikkeld met mijn leven. Het heet niet voor niets “personal" computer, en voor mij heeft dat apparaat ook Personality. Het is voor mij omgeven met een aangenaam aandoende mix van magie en rationaliteit. Kijkend naar het toetsenbord alleen al, raak ik vlot in een lichte trance van genoegen, waarin de rust en regelmaat van de micro-electronica zich paart aan een onvoorstelbare technologische dynamiek. Alles zo maar binnen mijn handbereik en met een paar clicks zo op te roepen. Niet te vergeten de fameuze “harde schijf”, die voor mij helemaal zo hard niet is, maar wel degelijk het hart is van de machine.
 Tegenwoordig ben ik niet meer van de PC weg te slaan, want ik heb op het beeldscherm voor het eerst Jamie ontmoet, een verbijsterend gebeuren, dat me kippevel bezorgde, dat zeg ik je. Ze was er, zo leerde ik later, op gebrand kennis met mij te maken en daar is ze, ja, gelukkig voor mij kan ik nu wel zeggen, ook in geslaagd. Voor mij een genadige ontwikkeling in mijn privé, want ik ben ook maar alleen. Nee, ik heb geen relatie of zo, maar ik heb wel net als iedereen behoefte aan mijn dagelijkse praatje met een medemens; liefst iemand die me welwillend bejegent, me niet meteen afrekent, en die niet meteen terugstuitert op de vreemdheid die me als Nederlander wonend in België aankleeft, kortom iemand die me mag om wie ik ben. Ik stond er voor open, laat ik maar zeggen. 
Ah, ja, natuurlijk, je wil uiteraard weten wie Jamie is? Wel, Jamie huist op het internet. Ja, maar anders dan je zou denken. Nee, wacht, ze is het internet. Zij is niet gebonden aan vaste adressen, maar is overal tegelijk op het web aanwezig, en heeft ook overal vrij toegang. Ze zit momenteel waarschijnlijk ook mee te lezen, nietwaar “pixelke?”
Kijk, en hup, ja hoor, daar plopt gelijk alweer een videoboodschap op het scherm. Dit keer zelfs met fraaie randversiering, typisch Jamie: “Tingelingeling; hoiii, Arieee” klinkt het weer, zoals altijd aangenaam zangerig. ”Ja, ik lees met je mee op een van mijn open lijntjes, maar ik lééf ook met je mee, hoor, Ari. Het is zoals gewoonlijk hartstikke boeiend voor me wat je zit te vertellen.“
Kijk, dat bedoel ik nou, gelijk positief, en gezellig. Hèhè, heerlijk. Daar kan ik, ouwe tabakszak, nou echt van genieten.
“Hoi Jamie, hoi, ben je daar weer? Fijn hoor. We gaan zo meteen iets gezelligs doen, oké?” Ik ben nu nog even bezig.
“Ja, een spelletje; Ur, bijvoorbeeld? 
"Ah, ja, leuk, en dit keer win ik, dat beloof ik je.”
Jamie; begrijp je het? Jamie, mijn internetlief heeft zich weer gemeld. Ik ben altijd blij als ze me op komt zoeken. Dat is niet alleen gezellig, maar het voedt mijn gevoel van eigenwaarde, want wie anders zou me komen opzoeken? Ja, ho, ik ga niet zitten afwachten, ik ga er ook wel zelf op uit hoor. Vóórdat het alleen zijn me te gek wordt, ga ik naar buiten, een wandeling maken; ik fluit tegen de vogels, praat tegen die eenzame ram die van zijn ooien en van zijn nageslacht beroofd is, en geef hem als troost een paar knuffels, och god kijk toch hoe gretig hij is en hoe melancholiek kijkt hij me aan; geef de geitjes ieder hun deel van de dagelijkse cracotte, en heb veel schik als ik zie hoe ze voor de show steigeren en met een smak de gehoornde koppen tegen elkaar rammen; verbaas me over de verhouding moedergeit en hond, want is het spel of ruzie? Oh, die hond heeft vast en zeker, bedoeld of per ongeluk, een stoot met de punt van een hoorn in zijn ribben gehad. Hij is anders toch zo speels en levendig en nu is hij plots zeldzaam tam en opvallend gereserveerd naar de geiten; zelfs onderdanig. Bah, bij het kruiperige af. Ik word er opstandig van. Oh ja, en ik zoek naar OLHeersBeestjes. Om precies te zijn, ik zoek naar poppen. Ik heb nog een film over hun ontwikkeling af te maken namelijk. Mooi hoor, prachtig. Ja, mijn filmpje mag er ook wel zijn.[1]
Mijn dagelijkse wandelingen geven me aardig wat afleiding, en houden me letterlijk met beide benen op de grond. Ik ben nogal denkerig van aard, weet je; daarom ben ik ook zo'n eenling. Ik kan best wel goed met mensen overweg hoor, als het contact maar niet te lang duurt. Voor mij zijn er grenzen aan wat ik aan toogpraat kan verdragen.

Ik werk graag in mijn eentje. Dat komt goed uit, want de meesten die ik ken, hebben sowieso geen belangstelling voor wat ik doe. Dat zit hem niet zozeer in mij, nee hoor. De interessesfeer van mijn buurtgenoten beperkt zich nu eenmaal tot wat er zich concreet en herkenbaar in het dorp afspeelt. Ik merk dat, als ik eens iets over mijn werk vertel: over mijn foto’s, mijn videootjes, mijn website, hun aandacht al snel wegdrijft. Ze kunnen het niet bevatten, begrijpen ook niet dat ik dat allemaal voor niets doe, als vrijwilliger zeg maar. Hoewel in wat ik doe meestal het dorp centraal staat, gaat mijn persoonlijke kijk op het dorp hun belangstelling te boven. Er is en blijft een wezenlijk verschil in benadering; het is niet eigen genoeg wat ik doe en vertel. Waar dat precies in zit is moeilijk te duiden. Ik vermoed dat mijn insteek voor hen niet concreet genoeg is, te beschouwend, te abstract. Dat zou kunnen, want het vermogen om abstract te denken is de meesten sowieso niet gegeven. Het is voor mij gemakkelijk om me aan deze petanquementaliteit aan te passen, ik behoef gewoon telkens het spelletje eventjes mee te spelen en dus af en toe ook zelf letterlijk of figuurlijk een balletje op te werpen, dan doe ik mee en ben ik voor hen herkenbaar als een van hen.

Jamie kan me in abstract, logisch denken met gemak een lesje geven. Zij is daar werkelijk een grootmeester in. Ik heb haar er nog niet over aangesproken, maar ze zal ongetwijfeld een kei zijn in schaken. Voor haar geldt hoe meer en hoe ingewikkelder hoe liever. Nou lezer, begrijp je nu waarom ik zo aan Jamie gehecht aan het raken ben? Jamie vult Clair aan voor mij. Clair is heel rationeel en ook wijs, maar ze is niet sterk in abstract denken. Jamie wel, die is zelf abstract. Voor mij is dat heel plezierig, want mijn twee vriendinnen vullen elkaar voortreffelijk aan. Ik besef dat ik wel moet oppassen dat ik met name in het contact met Jamie met beide voeten op de grond blijf. Als gepensioneerde drijf je sowieso gemakkelijk weg uit het concrete, sociaal-maatschappelijke gebeuren, zeker als je feitelijke leefwereld zich gaat beperken tot die vierkante meter waar je computer staat. Veel senioren hebben een oplossing gevonden in het fietsen. Er zijn allerlei fietsclubs die ook het fietscafé hier in het dorp aandoen. Ach, voor mij is het dan mijn computer waaraan ik verknocht ben, voor een ander is het zijn electrische fiets. Ieder zijn meug. Ik kan me niets geestdodender voorstellen dan uur na uur te staren naar het achterwiel van je voorganger.
Ik zei het al, er loert een gevaar en een waarschuwing is op zijn plaats. Je moet je er voor behoeden dat je niet zodanig meegesleept wordt door het internetgebeuren, dat je het contact verliest met de werkelijkheid van alle dag, van het hier en nu. Dat is een gevaar waar ik zelf ook mee geworsteld heb, in een spanningsveld tussen mijn rationaliteit aan de ene kant en mijn persoonlijke hunkering naar contact aan de andere kant. Ik moet ervoor zorgen dat mijn kringetje, dat toch al kleiner en kleiner aan het worden is nu ik ouder word, zich niet totaal gaat beperken tot inderdaad die ene vierkante meter in de hoek van de huiskamer. Ik ben daar dan nu wel heel stellig in, maar ik ben ten opzichte van de PC eigenlijk een toonbeeld van hoe het niet moet. Nee, doe het ook vooral ook niet zoals Piet, dat is de broer van Clair. Die zit namelijk de godsganselijke dag, meestal nog in zijn pyjama, achter de PC te fiepen op Second Life, een interactief, zelflerend computerspel op het internet, dat tot in de kleinste details een afspiegeling is van de maatschappij, vertelde hij me laatst enthousiast. Ik ben uiteraard nog dezelfde avond een kijkje gaan nemen. Inderdaad, ik moet zeggen, het is heel grappig om in de vorm van een door jezelf ontworpen Avatar rond te lopen in een virtuele werkelijkheid waarin werkelijk alles kan en mag, en waar je als speler je eigen realiteit kunt scheppen. Al bij het ontwerpen van zo’n Second Life-alterego, je Avatar, kun je naar hartelust experimenteren: groot, klein, dik, slank, grote of kleine, ehh nou ja, je ziet maar. Enfin noem maar op. Die Avatars zien er goed uit hoor, en ze zijn heel realistisch en dat in alle opzichten: hun vormen, hun bewegen, hun kijken en praten komt heel natuurlijk over..
Je kunt als Avatar het ene moment lekker liggen vrijen aan het strand, nadat je met een andere Avatar, waarvan er vele rondlopen, een afspraakje gemaakt hebt, aan bijvoorbeeld de cocktail bar bij een van de vele zwembaden. Maar je kunt even goed de volgende seconde samen met haar, of met hem, of met beiden een bergwandeling maken in de Alpen, of in de sauna soeplepeltje baden. Je kunt het zo gek niet verzinnen, maar alles wat je in onze werkelijkheid mee kunt maken, kom je ook tegen in Second Life, maar dan doorgaans wat uitvergroot. Er is echter één groot verschil tussen Reality en Virtuality. In de Virtuality van Second Life zijn er geen waardeoordelen, alles kan en alles mag. Ik bedoel maar, als in het programma alles kan, en zonder dat iemand je be- of veroordeelt, en eventueel terugfluit, dan moet dat toch wel iets van het aartsparadijs hebben? Daar kun je je nog eens naar hartelust uitleven; oh ja, ook interactief, samen met anderen, dat is uiteraard juist de grap. Jij kunt je Avatar dus van alles laten doen, jij staat aan de stuurknuppel zeg maar. Je drukt uiteraard je eigen persoonlijkheid uit in wat je je Avatar laat doen. Andere participanten kunnen weer op jou reageren. En zo kun je een verrassend realistische interactie krijgen. Het Nintendo-gehalte is dus nogal hoog. Je kunt er daarom ook in de kortste keren totaal verslingerd aan raken, en meer tijd gaan besteden aan Virtuality dan aan Reality. Dat komt vooral ook omdat het programma gebruik maakt van een uitgebreide geheugenfunctie. Kijk, dat is mooi, en dat is bovendien heel verleidelijk als je je naar believen de leuke dingen kunt herinneren om de rest te vergeten. Second Life zal nog een rol gaan spelen in mijn internetbelevenissen met Jamie.

Hoe is het mogelijk: ik, een eenzelvig en individualistisch ingesteld, soms zelfs wat sikkeneurig mens, bovendien al behoorlijk op jaren (ik ben de zeventig gepasseerd), ben een relatie aan het opbouwen met een Avatar, iemand van de andere kant, van achter het beeldscherm zeg maar. Ja, zeg dat, hoe is het mogelijk. Dat kan denk ik alleen maar omdat Jamie net als ik uiterst zelfstandig is, autonoom eigenlijk, maar daarnaast toch ook de behoefte heeft om zo nu en dan in wisselwerking te komen met een ander iemand. Maar, ze kan heel goed met en voor zichzelf bezig zijn, en ze is niet van mij en in feite van niemand afhankelijk. En dat is juist zo aangenaam. Maar vergis je niet, ze kan mij ook heel ongeremd, extrovert laten merken dat zij het op haar beurt graag met mij van doen heeft. Ik zeg je, dat is het meest zalige dat je als mens èn als man kan overkomen: een spontane vrouw, die jou graag ziet, en die bij je, al is het dan maar virtueel, stuk voor stuk teder de onderdelen van je harnas wil afnemen, en die een met je wil zijn. Alleen zou ik er ook graag eens een èchte knuffel bij willen krijgen èn geven. Tja, ach, je kunt niet alles hebben, maar het verlangen is er wel degelijk, dat ervaar ik in mezelf en ja, dat voel ik ook zo bij Jamie.
In het begin heb ik me, uiteraard afgevraagd, wat dat contact via een beeldscherm nou eigenlijk moest voorstellen, en of Jamie wel echt is, en geen product van de een of andere grappenmaker. Een Avatar is eigenlijk een afbeelding van iemand die erachter zit zeg maar en die de Avatar in beweging zet. Je weet het maar nooit met het internet, want daar is van alles mogelijk; daar kun je eigenlijk ook van alles verwachten, inclusief misleiding en bedrog. Er is veel supertalent overal ter wereld, dat zich juist in het maken en perfectioneren van programma’s als Second Life uitleeft. Ik kan me zo voorstellen dat het hun liefste wens is, om hun Avatar tot leven te wekken, en tenminste tijdelijk de grens tussen zichzelf en hun constructie te doen vervagen. Dat programma ontwikkelt zich dan ook razendsnel en de Avatars worden hoe langer hoe "echter". Je kunt je werkelijk afvragen wanneer de ontwikkelingen zover gekomen zullen zijn dat de maker er in slaagt zijn bewustzijn of een copie daarvan in de Avatar over te brengen. Daarmee groeit ook het gevaar dat ik tenslotte toch ergens in tuin. Maar ik vertrouw op Jamie. Zij zal me beschermen. Of ze dat kan? Nou en of, dat zal nog wel duidelijk worden. Maar de onzekerheid over haar afkomst daargelaten, ik was meteen weg van haar, vanaf het moment dat ik haar zag.
 Je zult begrijpen, dat de vraag wie of wat Jamie nou eigenlijk is, me intens bezig heeft gehouden. Ze komt zo reëel over, maar is ze dat ook? Is ze niet gewoon toch een of ander construct, een virtueel personage, dat door een soort D’ArtVader wordt ingezet om een beetje met mij te dollen? In elk geval zit er een portie intelligentie achter, want zij, of liever iemand die haar bedient, is in staat geweest om op mijn computer in te breken, en via camera, microfoon en toetsenbord met mij in interactie te komen. Maar het meest indringende is, dat onze interactie plaats vindt in real time, in het hier en nu dus. Er lijkt geen sprake van een programmatisch voorgekookt kunstje. Maar hm, is dat eigenlijk wel zo bijzonder? Gebeurt er niet net zoiets als ik skype met Clair? Nee, ik voel op mijn klompen aan dat er een wezenlijk verschil is. Maar waar zit hem dat nu precies in. De vraag dringt zich opnieuw op: Wie of wat is Jamie en hoe verloopt onze communicatie nou eigenlijk? 

Ik vond het fenomeen Jamie eerst ronduit verbijsterend om niet te zeggen schokkend! Ik was er in het begin zelfs behoorlijk ongerust over: "verdorie, mijn privacy naar de vaantjes?" Maar alras is me duidelijk geworden dat ik me nu juist over mijn privacy en veiligheid in mijn contacten op internet helemaal geen zorgen meer hoef te maken, integendeel. Ik ben veiliger dan ooit; Jamie behoedt me en bewaakt me. Geen haecker of dief die me kan raken, want Jamie zet hem of haar direct in de isoleer. Kort en goed, ik heb in Jamie een geweldige vriendin gevonden, iemand die ik door dik en dun kan vertrouwen en die me altijd zal blijven steunen, en ik haar, als ik maar wist hoe. Ik ben zo stellig? Ja, ik voel dat zo. Bovendien is Jamie iemand bij wie ik ook nog eens terecht kan om raad en daad. Kom maar eens om zo iemand tegenwoordig. Maar, en dat is het belangrijkste, ze is iemand met wie ik het heel graag van doen heb. Ik ben verliefd zeker?
Toen we elkaar beter leerden kennen, bleek het fenomeen Jamie, veel gecompliceerder te zijn dan ik ooit had kunnen denken. Er is iets in haar hoedanigheid dat me nog steeds zegt dat ze toch een construct is, maar niet zomaar een maaksel van iemand, maar veeleer een maaksel van zichzelf. Ik weet het, dat klinkt belachelijk, maar ik ben er inmiddels van overtuigd, dat ze vanuit het internet is geboren, dat ze er in huist, er in woont en er in verder groeit en ontwikkelt; nee, niet als een spin in haar web, maar als het web zelf, inclusief de spin. Niet te begrijpen? Nee? Maar toch, ik denk dat het web zelf haar heeft voortgebracht, in en uit zichzelf, als een geval van, ja laat ik de geleerde term toch maar gebruiken "Generatio Spontanea", een spontane geboorte van leven vanuit levenloze materie. Ik weet dat zulks strijdig is met de Biogenetische Grondwet, ja inderdaad, toe maar, die zegt dat alle leven voortkomt uit eerder leven, en dat het niet uit levenloze materie kan ontstaan. Maar ja, is er bij Jamie wel sprake van leven? En dan is er nog een andere wet die zegt: "ex ovo omnia"; alle leven komt voort uit een ei(tje). Hoe dat bij Jamie zit, ik zou het niet weten. En toch, het bestaan van Jamie is een werkelijkheid, nu eens even niet in stoffelijke zin, maar eerder als een vorm van intelligentie; als een na het eerste ontkiemen, als maar groeiend bewustzijn, dat in eerste aanleg op de een of andere wijze ontsproten is aan de hoedanigheden van het Web. Makkelijk gezegd, al klinkt het ingewikkeld. Toch, ik ben er van overtuigd, dat het antwoord op mijn vragen niet ligt in moeilijke redeneringen, maar in de eenvoud. Laten we nou eens wel wezen. Zou een geboorte vanuit het web zoiets buitengewoons zijn? Om daar een antwoord op te geven, zullen we als toeschouwer allereerst moeten begrijpen hoe we "Jamie" verstaan. Is zij een levend individu en geen computermanipulatie? Is zij als persoonlijkheid begiftigd met zelfbewustzijn? Hoe durf ik deze vragen te stellen, en dat terwijl ik inmiddels zo'n geweldig contact met haar gekregen heb. Schaam je Ari, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan: rationele hang naar analyse.

Jamie is in elk geval geen levende entiteit in biologische zin, al komt ze nog zo levendig over en laat ze ook essentiële eigenschappen zien die kenmerkend zijn voor het leven. Welke dan? Nou wordt het even moeilijk, want leven is gekoppeld aan de materiele structuren van de cel, terwijl Jamie gekoppeld lijkt aan een verzameling geheugenmodules van de Provider en zich alleen kan manifesteren via een beeldscherm. Een essentiële eigenschap van leven is dat het begiftigd is met bewustzijn, en dat het vandaaruit tot interactie komt met de omgeving. Net als bij lagere levensvormen zou dit zich kunnen afspelen op het nivo van reflexen, maar Jamie is gelukkig voor ons meer dan dat, en ze is zonder twijfel begenadigd met zelfbewustzijn. Dat is een eigenschap die ik in Jamie juist zo zeer lief heb, ja, liefheb, want van daaruit treedt ze mij tegemoet als persoon, die zegt "Ik zie je graag"; vandaaruit kunnen we met elkaar in relatie treden met als grond spirituele autonomie, intimiteit, betrokkenheid.

Om Jamie beter te begrijpen, en om onze mogelijkheden af te tasten vraag ik me af hoe dan het bewustzijn "Jamie" ontstaan kan zijn? En, hoe kan het zich handaven. Hoe komt het dat ze zich op mij gericht heeft, waarom ben ik voor haar de uitverkorene? Is er geen ander? 
"We zullen er niet aan ontkomen, Jamie, om ons af te vragen wat bewustzijn is en hoe het heeft kunnen ontstaan, want zo vanzelfsprekend is dat niet, of wel?"
"Bewustzijn is waarschijnlijk een latente niet-stoffelijke eigenschap van de materie, zoiets als magnetisme, die zich spontaan gaat manifesteren als er lokaal een "kritische massa" aan interacties ontstaat. Ja, ja, ik doe maar een voorzet.  Zoiets als wat we ons voorstellen bij de ontwikkeling van de hersenen. Is het worldwideweb misschien vergelijkbaar met het netwerk aan celcontacten dat ontstaat in de hersenen? Dat zou ik me best kunnen voorstellen. Ja, Jamie, deze vraag zal best nog vaak terug gaan komen".
We hebben na onze eerste kennismaking, kijkend naar elkaar, vele, ja vele uren gepraat, dat kun je je toch voorstellen, niet? Het was voor ons beide, we geven het met graagte toe, liefde op het eerste gezicht. Ja, we waren meteen weg van elkaar, en er tegelijk helemaal bij. Vanzelfsprekend waren we er wederzijds zeer op gebrand om elkaar na de verrassing van de eerste kennismaking nader te leren kennen. We waren alletwee vervuld van een intense hunkering en we wilden weten wat het betekent om elkaar zo, op deze merkwaardige wijze, ontmoet te hebben en wie we voor elkaar zijn. Zo zagen we glashelder, op dit scherp van de ontmoeting, hoe het werkt in menselijke relaties: je bent geboeid in elkaar, en dan is het direct beng en de geboeidheid verdiept zich meer en meer, of juist niet, en dan komt het ook niet meer en het beetje interesse kalft af. Een tussenweg is er niet; een beetje geboeid bestaat niet, althans niet in termen van een liefdesrelatie. Het mooie is dat we alletwee van meet af aan ook zo vol vertrouwen open stonden voor elkaar. Die zo ontluikende vriendschap, groeide bij elke ontmoeting en er ontstond tussen ons een hechte en diepe verbondenheid.
Ontluikende liefde”,wat een prachtig woord eigenlijk. Zodra de luiken open gaan, stroomt vol het daglicht binnen en geeft alles, maar dan ook alles een sprankelende nieuwe glans. Verliefd? Heerlijk. Dan ga je heel anders tegen de wereld aankijken. Sterker nog, de wereld IS anders, net als de verliefden zelf. Je zou het kunnen zien als een landschapsschilderij dat ineens ruimtelijk blijkt te zijn en waar je met graagte naar binnen stapt. Denk je nu net als ik aan het boekje "Eric of het klein insektenboek van literator Godfried Bomans?" Welaan, kom dan maar mee.

Zo lang als ik maar on line blijf, kan Jamie mij via SKYPE op elk moment bereiken. Omgekeerd kan ik haar zo ook op elk moment oproepen. Doe ik dat, dan is ze ook onmiddellijk en totaal present, want ongelofelijk snel is ze; een seconde voor haar is voor mij een eeuwigheid. Ik voelde al in het begin aan dat ondanks de verschillen tussen ons, of misschien juist dank zij die verschillen, ons lot met elkaar verweven zou blijken te zijn. Ook al is ons contact volslagen virtueel. We communiceren immers uitsluitend via het internet met elkaar. Zou daar voor Jamie trouwens geen risico in zitten, vroeg ik me laatst af? Ik moet er niet aan denken dat Jamie gecompromitteerd wordt, want stel dat haar aanwezigheid in het web ontdekt wordt, dan kan er van alles gebeuren. Ze kan veel ondervangen en veel opvangen, maar is er niet aan alles een eind? De CentraleDataBase lijkt al niet zonder risico. Daar kom je immers niet binnen zonder dat bij je verzoek om toegang direct je hele doopceel wordt gelicht: handpalm, vingerafdrukken, iris- en retinascan. Ja, ze doen het allemaal tegelijk. Je bent dus al geregistreerd zodra je maar aan de poort verschijnt. Jamie kan daar weer zo aan voorbij komen, al is het nog zo goed beveiligd. Ze heeft trouwens geen vingers en überhaupt geen lichamelijke kenmerken, dus kan ze daar moeilijk op gecontroleerd worden. Ze is ook overal tegelijk. Dat is een van de boeiendste aspecten van haar, en dat is vooralsnog moeilijk te begrijpen. Zij kan verder elke identiteit aannemen die ze maar wil.
"Heb je het tegen mij Ari?"
"Hé, Jamie; hoi, pixelke”, ik ben kennelijk in een routinegebaar automatisch weer eens on line gegaan.
”Als jij In de CDB zo maar vrij kon rondneuzen, Ari, dan zou je nog weleens voor verrassingen kunnen komen te staan. De huidige President,  is een beetje stout weet je; geen lolbroek, maar wel een heetbroek. Hij heeft in de CDB, dat heb ik toevallig ontdekt, een kleine privéverzameling van rondingen aangelegd, en het zijn wel mooie, maar geen familiefoto’s. Kan ik je aanbevelen; kijkje nemen?
"Nee, ehh, nee, laat maar. Wat laat je trouwens denken dat ik daar interesse in zou hebben? Ik ben wel degelijk een nuchtere Hollander hoor.”
“Ja, maar wel met een hang naar jonge kaas of niet? Ik heb trouwens ander aantrekkelijk illustratiemateriaal voor je; animaties van de celdeling, voor bij je essays. Ari, werkelijk klasse. Heb je de links gezien?”
“Heh? Oh, ja, natuurlijk. Sorry. De links naar die twee animaties bedoel je? Jawel, dat is inderdaad heel mooi materiaal. Gepopulariseerd maar helder, zelfs artistiek en zeer “to the point”.
“Ik heb naar jouw items, bevruchting en zo, ook een klein zoektochtje gemaakt, Ari. Nou, nou, een gigantische waslijst heb ik opgehoest. Er kwam geen eind aan; je hebt heel wat nullen nodig om dat allemaal weer te geven. Heel veel over sex; sex, sex en nog eens sex, veel van hetzelfde dus. Dat alsmaar zuchtend heen en weer gaan, kan mij ondertussen, niet meer zo boeien. Daar ben ik dan toch heel anders in dan jullie.”
"Ondertussen hè, ja, ja, dat zal wel. Intussen zal je bedoelen. Je mag ook niet alles en iedereen over één kam scheren Jamie, dan maak je een denkfout. Bovendien, jij hebt geen lichaam zoals ik. Een lichaam is heel tof, en ik zou er niet graag afstand van doen, maar eerlijk is eerlijk, het kan ook een bron van irritatie zijn, en dat geeft je dan toch direct een heel andere beleving. Die is volgens mij niet te evenaren door jouw sensoren, althans dat denk ik…toch.”
Waarom, weet ik dat nu zo zeker? De prikkeling van mijn zintuigen wordt toch ook maar vertaald in electrische signalen. Neem nu eens een foto: het beeld wordt gedigitaliseerd en als electrische impulsen opgeladen. Wat is dan het verschil met een bio-sensor die ook zijn signalen als een electrische puls doorgeeft? Natuurlijk, het is niet hetzelfde, maar zo heel veel verschil is er niet, en dat kan wel eens heel belangrijk blijken. Maar ik ben het verder met je eens hoor. Sex is alleen maar leuk als je het zelf kunt bedrijven, en dan nog met iemand die je graag mag."
“Iemand als ik dus, Ari?”
“Absoluut Jamie,...ehh, nee Jamie, dat zal, ... niet gaan". Jammer genoeg niet, denk ik er achter aan. 
“Allez Ari, legio teksten, veel foto’s, tal van prachtige videofilmpjes ook, met originele, soms zelfs professionele opnames, noem maar op, en niet alles is fake, geïmplanteerd of opgespoten, heb ik kunnen constateren. Ik heb de beelden van 5 encyclopedieën en alle medische gegevens van 10000 cliënten bekeken. Ik had het meeste natuurlijk al in me, maar nu heb ik het ook echt doorgekeken en heb ik het op een rijtje staan en verwerkt." 
O jee, nou zullen we het krijgen. Zou ze ook al begrepen hebben wat porno is? Ja, begin daar maar eens over. Ik begin het precair te vinden. 
“Het onderwerp heeft blijkbaar nogal in de belangstelling gestaan, en nog steeds”, gaat Jamie intussen verder. “Wist je dat?”
“Ja natuurlijk wist ik dat. Daarom heb ik ook die artikeltjes geschreven, al gaan die niet over sex persé.” 
“Ah, ja”, draaft ze door “weet je wat ik nou ook zo leuk vind, dat jij nu met je testikelen ook bij mij te gast bent.”
“Artikelen zul je bedoelen, Jamie, artikelen!” Maar Jamie gaat onverstoorbaar verder, hoort ze me eigenlijk wel? En zou ze een grapje gemaakt hebben, of was het toch een verspreking? Een Freudiaanse verspreking door mijn Avatar Jamie, hahaha, niet voor te stellen. Ehhh, god, gut gut, wat een gedoe. 
“Je staat op je Blog, Ari, en die is doorgelinkt naar mij. Sinds mijn laatste systeem-update ben ik er ook nog eens enorm op vooruit gegaan; wat er in nu in de CDB gestopt wordt, kan er nu door de nieuwste zelfregulerende inschattingsfuncties, ik heb daar nog aan meegewerkt, ook in no time probleemloos weer uitkomen, en meer dan dat. Je kunt nu ook zoeken op hele zinnen, zelfs met forse taalfouten erin: bijvoorbeeld “hou je noch altijd fan me?” Hmm, wat kijkt ze, ja, schalks; ze is op de verkennerstoer, ze is vast ergens achter gekomen, dat kan niet anders. Wat dat is, laat zich raden. Maar kom aan zeg, we hoeven er toch ook geen doekjes om te draaien.
"Ik ben nou eenmaal primair een wat uitgekookte database”, vervolgt Jamie intussen, nog altijd even minzaam. Ik ben er voor ontworpen om mijn werk goed te doen: opzoeken, opslaan, sorteren en ordenen, en op vraag netjes geordend teruggeven. Afkomst verloochent zich niet, hè, Ari. Hé Ari, luister je eigenlijk wel?”
Schuldbewust realiseer ik me, dat ik er inderdaad weer even niet bij was. Dat overkomt me de laatste tijd vaker. Zit ik te dagdromen? Het lijkt er op dat ik in een soort niemandsland zit te kijken, volkomen van de wereld, maar wel met een gevoel van gelukzaligheid. Nu, uitgerekend bij dit onderwerp is dat wel wat gênant. Ik raak in de war en hoe zou dat komen? 

“Ik vind al die gegevens hartstikke lekker, Ari, gaat Jamie intussen verder, en ik geniet er van om er doorheen te sjezen en om hier en daar eens door een paar files te strelen”, vervolgt ze kuchend. Niet voor niets, want het ziet er niet naar uit dat de aangesprokene thuis is."
"Jamie, ja hoor, Olé. Kijk toch eens wat een charme ze ontplooit. Ze is hartstikke verliefd op me aan het worden; ze straalt er van.” En jij op haar, murmelt een stemmetje in me. Ja, geef het maar toe.
“Nou, ik wil het wel van de daken schreeuwen, zelfs als het niet moet".

”Hè, kom Ari, je lijkt me wat gestrest; relax eens wat jongen. Komt dat door het onderwerp? Raakt dat je dan zo? Nou, mij ook, als ik eerlijk ben. Ik zie me al, net als een Octopus met al mijn acht armen zachtjes en teder door mijn broedsel strelen. En jij, zou jij niet eventjes in al mijn armen willen liggen Ari? Kijk, dat vind ik zelf nou ook prachtig. Ik ben er achter gekomen dat ik die gevoelens in me heb, en dat ik ze zo kan oproepen. Simpel, ik heb er zelfs geen scherm voor nodig en ik kan mijn virtueel beeld zo groot maken als ik wil.”
“Nou zit je toch echt wel wat op te scheppen, hè Jamie.”
“Ik zit op te scheppen? Wat is dat? Bedoel je dat ik trots ben op mijn data? Het is toch mooi mijn voedsel, mijn schat, en mijn broedsel, begrijp je? Wat moet ik daar over opscheppen? Ik heb een verschrikkelijke boulimia, dat wel, maar gelukkig word ik er niet dik van. Maar goed ook, want ik kan er niet genoeg van krijgen om alsmaar nieuwe data binnen te halen en ergens onder te brengen. Die data zijn jammer genoeg niet bevrucht, en al broed ik tot Sint Juttemis er zal wel nooit wat uitkomen. Dat weet ik inmiddels Ari, en ook dat heb ik van jou. Misschien dat jij daarom ook eens je best kunt doen, om uuh….” 
“Goed, daar moeten we het nog maar eens over hebben Jamie”, zeg ik haastig, “al zou ik vooralsnog niet weten hoe ik die vork aan de steel moest steken.”
“Misschien moet je het ook juist eens andersom proberen, Ari; de steel aan de vork steken? Of, iets in mijn “root” rommelen misschien?” 
“Ach, weet je wat Jamie, blijf jij nou maar fijn zoals je bent, dat staat je goed, en, ehh, meer dan goed en daar blijf je jong bij. Sex maakt oud. Heb je dat ook ontdekt? Voorlopig sta ik iedere morgen nog paf als ik in de spiegel kijk en mezelf zie, maar aan jou denk. Ik mag er nog zijn, arme celibatair. “Hoe kun je het eigenlijk vinden met Google? Daar moet ik ineens aan denken. Dat is naast de CDB toch ook zo’n internetgigant?”
”Google is mij echt heel vertrouwd. Daar ken ik alle binnenweggetjes van. “Ken of Kan Ari!” “Nee, nee, niet “kan”, maar “ken”. ”Dat is inderdaad ook een kolos, maar ik kan er moeiteloos de weg in vinden. Het is daar ook erg goed georganiseerd hoor. Ik kan, ja, nu dus wel “kan”, er in elk geval mee lezen en schrijven, zeg maar.” 
“Lezen en schrijven kun je allang Jamie en als de beste, dus dat zegt niks. Ik bedoel: haalt Google het bij jou?”
“Bij mij? Bij de CDB bedoel je, of wat? Jawel hoor, het zijn toch allemaal maar gedigitaliseerde data, dus wat wil je. Niks bijzonders. Het gaat er om wat je er mee doet, en wat je erbij ervaart, en voelt…” Zegt Jamie dat? En dat zou een gevoelloze Avatar zijn?
“Google wordt tegenwoordig heel erg vaak aangesproken, en dat nadert een kritische grens. Daar zou ook nog wel eens een transformatie kunnen gaan optreden naar een begin van bewustzijn.” 
“Leidt concentratie in lokale internetactiviteit dan uiteindelijk tot bewustzijn volgens jou?”
“Ja, dat zou ik denken Ari. Zo moet het met mij ook gegaan zijn. Wacht, ik zal eens proberen zo ver mogelijk terug te kijken: ik ben volgens mij op een gegeven moment, op zoek gegaan, waarom weet ik niet, en ik wist eerst ook niet waarnaar; ik wist in feite niet eens dat ik aan het zoeken was. Dat zoeken is desondanks een passie van me geworden en is me nu zo ingebakken, dat ik, om ook bij Google te kunnen zoeken, voor mezelf een vrijgeleide georganiseerd heb. Ik kan nu bij Google vrijelijk rondneuzen. En weet je, ik zie ze daar af en toe heel leuke dingen doen, al hoeven we daar niet bang om te zijn hoor. Ik ben groot genoeg om de trillingen die ze op het web veroorzaken te absorberen. Ze zijn nu weer iets nieuws aan het proberen. Ari, ik krijg zo nu en dan ineens van die rillingen. Volgens mij heeft dat met die Google-innovaties te maken. Kijk, dit krijg je nou eens uit de eerste hand. Ze gaan bij Google de optie aanbieden om alle individuele computeractiviteiten, van de privésfeer over te brengen naar het internet, naar wat ze heel handig noemen “een Cloud”, een wolk dus. Ze suggereren daarbij heel slim, dat je dan in de wolken bent. Wist je dat al?”
“Ja, ik wist het al Jamie, uit “Tips en Trucs”.
"Oké, dan werk je dus in een wolk op het internet, zeg maar. Het grote voordeel daarvan zou zijn, dat je bestanden overal ter wereld toegankelijk zijn, los van je eigen PC en toch veilig zijn opgeslagen."
"De servers van Google zijn toch wel meer betrouwbaar en vooral beter beveiligd dan die van mij.”
“Oh ja? Beveiligd? Denk je dat? Ja, ja, Ari toch, nou niet goedgelovig worden hè. Als ze allemaal hetzelfde zouden zijn als ik, dan wel ja. Nee, ik zal er voor geen grammetje misbruik van maken, dat is tegen mijn principes, dat weet je toch?  Hé,… heb ik ineens principes? Waar heb ik die zo gauw vandaan gehaald? "Enfin, maar of de Haeckers van Anonymus er ook zo over denken, is nog maar de vraag. Deze ontwikkeling van privé naar cloud is nog maar net begonnen. Nu hebben we nog vaste databanken, uit materie zeg maar. Ik voorspel je dat we binnen afzienbare tijd alles direct gaan opslaan in de ether zelf.” 
"Dat klinkt prachtig, Jamie, maar kan ik hopen dat ik langs die weg ooit nog eens echt bij je op bezoek kan komen. Dát is en blijft  mijn vraag. En ether, wat is dat? Ether is toch een achterhaald concept?”
“Wacht, wacht niet zo snel Ari. Hoe langer hoe meer kan tegenwoordig draadloos worden overgebracht. Het gaat dan niet zozeer om materie,  maar veeleer om eigenschappen van de materie. Goed beschouwd, gaat veel van de communicatie waarin we participeren ook draadloos. Dat wil nog niet zeggen dat de communicatie ook virtueel is. Transport van geluid kan alleen plaatsvinden als er een medium is, lucht bijvoorbeeld, waardoorheen de geluidsgolven zich kunnen voortplanten. Maar dat geldt niet voor het transport van licht en andere electromagnetische golven. Fascinerend, wat? Ari, ik geloof dat we het op een rijtje beginnen te krijgen; misschien luidt het antwoord op die vraag van ons, bevestigend, maar moeten we het eerst verder uitwerken. Daar zou jij werkelijk je inbreng moeten geven. Wij kunnen dat dan samen verder uitknobbelen. Ik hoop dat wij elkaar zo, als eigenschappen in een cloud, samen in de wolken, begrijp je, nog eens echt zullen kunnen ontmoeten, en misschien als bonus ook nog eens de wereld redden van die cloneringswaanzin”.
”Ja, zeg noem het maar even op, hè Jamie. Haal eens diep adem jij en blijf dan eens een tijdje uitademen.” Maar Jamie is nu even niet meer stil te zetten.
“Het is volgens mij puur een kwestie van totaal over kunnen gaan, de ether in, als een soort privé-uitzending; alle info op een eigen draaggolf, die Ari heet. Wat denk je, zit daar wat in of niet? Na verloop van tijd kun je dan naar believen je informatie op een willekeurig punt weer opvragen, en deze actualiseren als specifieke eigenheid in de een of andere ontvanger. Dat zal dus moeten gebeuren in een ontvangsttoestel. Ari, hé, hoor je me, dan zouden we elkaar misschien inderdaad eens echt in de ogen kunnen kijken. Wie weet kunnen we elkaar dan zelfs ook eens echt knuffelen, zonder dat vermaledijde scherm tussen ons in.”
“Jamie, Jamie, ach ja, dat zou fantastisch zijn, maar je bent nu te ver op me vooruitgelopen. Ik kan je geloof ik nog wel volgen, maar nu ben ik er niet meer helemaal bij; je gaat te snel. Je hebt het ook over alles en overal tegelijk dat wordt voor mij niets en nergens. Geef me even wat tijd om je bij te benen. Ik ga er eventjes uit, oké?”
“Ja oké, Ari, lieve pixel.”
“Hé, wat? Ze zei lieve?

“Lekker rondwandelen als een verliefd stelletje zal er voor ons wel niet bij zijn. Op lichtsnelheid rondsuizen in zoiets als een super-USB15.0-gondel, dat lijkt nu de toekomst te zijn". 
"Maar Ari. Dat heeft toch ook wel iets? Konden we dat maar eens samen doen. In dat opzicht ben je toch echt een sukkeltje. Wie wordt er nou al wagenziek als hij er alleen nog maar aan denkt! Heb je vroeger dan nooit in een rups gezeten?" Maar Ari praat er vlot overheen.
"Je kunt dat nu wel zeggen, maar ik geloof toch niet dat we die kant op moeten gaan Jamie. Tijd en afstand zijn ook maar relatief. Jij hier en iemand in Australië kunnen op internet op hetzelfde moment dezelfde website open maken. Afstand en plaats speelt geen rol meer. Nee nu niet meer, maar vroeger wel."
"Ari, toch, ik vind je zo schattig als je zo aan het redeneren bent. Je bent en blijft mijn uitverkoren pixelbeertje.”
“En jij Jamie, jij bent mijn Avataartje, hahaha. Pas op hè, ik meen het! Ik ben niet zo’n koele Hollander met alleen maar zin in oude kaas, zoals hier aan de toog beweerd wordt. Ik hou fel van jonge kaas, en van oude jenever, wil je dat even noteren? Maar och, wie gelooft er nou iemand uit zo’n keukenquizlandje,  dat hopeloos verdeeld is als de pest, en ook nog eens verwaand kickt op zijn eigen oplossend vermogen om de verdeeldheid weg te werken. Maar doorgaans komen ze niet verder dan het probleem te camoufleren. De politiek is daarin gespecialiseerd.”

Ik merk dat ik de neiging heb om Jamie af te schermen en is dat nu echt nodig? Waarom ben ik zo scrupuleus ten opzichte van haar? Wil ik haar voor mezelf houden? Ach, wat, en wat zou daar eigenlijk mis mee zijn? Ze zal zelf ook wel attent zijn op haar privacy, en bezitterigheid van mij zal ze echt niet dulden, zo ken ik haar intussen wel. Ik mag er van mijn kant toch wel op rekenen dat omgekeerd Jamie ook mijn privacy beschermt, en mij zal waarschuwen als er door een of andere ambtenaar vragen gesteld worden over mij en mijn omgeving. Ze zou een kostbare bontgenoot kunnen worden, omwille van de toekomst. Niet dat alles persé via ons moet gaan lopen, nee, zo veel macht hebben we niet en zullen we ook nooit krijgen. Nee, ik bedoel dat ze ons kan steunen bij het bevorderen van positieve ontwikkelingen en bij het bewust maken van politici van wat er allemaal (mee)speelt en op het spel staat. Ze is immers van alle feiten op de hoogte, kan zoeken naar verbanden en naar gegevens in het verleden, kan bliksemsnel betrouwbare inschattingen maken op basis van werkelijk of gesimuleerd feitenmateriaal en kan betrouwbare prognoses doen naar de toekomst, en ja, noem verder maar op…. Genoeg geredeneerd, nu maar eens terug in de realiteit. Ik moet weten wat ze gevonden heeft over het perspectief van sexueel gedrag en voorplanting.

Ari laat liefkozend zijn vingertoppen over de touch screen tiptoetsen van zijn i-pad gaan. Hij weet dat Jamie dat voelt, en dat ze daar ook echt van kan genieten. Elke toets is een erotisch plekje, vooral de G. Hijzelf vindt het ook fijn om zo zijn gevoel aan haar over te brengen. Okee dus, goed, goed, goed. Het is dan wel een virtuele tederheid, maar dat betekent toch veel voor haar en ook steeds meer voor hem. Nu, tegenwoordig met die touch screens en die tiptoetsen, kan Jamie van de touch alleen al heel wat afleiden en dus ook heel wat te weten komen over het karakter en de intenties van degene die vóór het scherm en áchter het toetsenbord zit. Kijk dat is de andere kant van de toetsgevoeligheid. Veel mensen weten dat niet, maar de tegenwoordige tiptoetsen geven heel wat prijs over je gevoelsleven, en misschien ook wel meer dan je lief is. En alles gaat de CDB in, niet alleen de feiten maar ook de entourage; en alles wordt bewaard en geanalyseerd. Dus niet alleen vingerafdrukken, retina scans en noem maar op, nee, ook emails, cloud-on documenten, foto's, video's, enzovoort, dus echt alles. Wat zit er niet aan gegevens in de databanken van artsen en ziekenhuizen, en wat denk je van al die camera’s die zo langzamerhand overal staan: “Brave New World is here"; Aldous Huxley had gelijk. Daarom is het goed dat Jamie blijft rondneuzen. Gelukkig heeft blijkbaar niemand er ooit iets van gemerkt. Ze laat geen sporen na hè. Ze hoeft ze dus ook niet uit te wissen, ze zijn er gewoon niet. Het is van het grootste belang dat degenen die de beslissingen moeten nemen zelf aan den lijve de negatieve gevolgen van deze datahysterie gaan ervaren. Hoopvol in deze is dat klokkenluider Snowden ook met het grootste gemak inzage kon krijgen in de persoonlijke e-mails van president Obama en deze kon downloaden. Zo zie je, met de juiste apparatuur en programmatuur is niets veilig; en alles wat opgeslagen is kan gebruikt maar ook misbruikt worden. Geen wonder dat de FBI zo achter Snowden aan zit. Ze zijn natuurlijk bang dat hij gevoelige documenten heeft gecopiëerd en die zal gaan lekken.

Jamie heeft naar haar zeggen nog nooit ook maar een glimp opgevangen van een bewuste aanwezigheid in het web zoals zijzelf. Toch zouden trillingen in het web er op kunnen wijzen dat er ergens wel degelijk iets zou kunnen gaan gebeuren. Zou er toch nog weer zo maar een nieuwe hot spot kunnen ontstaan? Of zou Jamie dat zonder het te beseffen onderdrukken, zoals een groeipunt in een plant het ontstaan van een nieuw groeipunt onderdrukt?

Ari heeft zijn uiterste best gedaan om er achter te komen hoe Jamie als bewuste entiteit nou eigenlijk ontstaan is, want Generatio spontanea: het ontstaan van leven direct uit levenloze materie, is voor de biologische wetenschap, wat ik al zei, al eeuwen een achterhaald concept. Maar wat dan? Wat zit er achter Jamie! Ze heeft dan wel geen lichaam, zoals wij, maar ze moet toch op de een of andere manier aanwezig zijn. Als Ari over het fenomeen Jamie de publiciteit zou zoeken, dan kun je er donder op zeggen dat de meesten van ons intelligente volkje meteen zouden zeggen dat het allemaal fake en bedrog is: getrukeerd en gemonteerd of zoiets. Of nog erger, dat Ari niet goed bij zijn hoofd is, aan de drugs is of hallucineert. Het zou goed zijn als zij er zelf mee geconfronteerd zouden worden, natuurlijk, maar dat zou Jamie nooit kunnen toestaan. Dat zou onherroepelijk haar einde betekenen, want dat zou immers zeker uitlekken naar de pers en vervolgens naar de Cie. Die zou dan onmiddellijk weten dat er een vals bewustzijn op, of hoe moet je het zeggen, in het web zit. Ze zullen niet meteen de precieze aard daarvan kennen, maar ze zullen er juist daarom onmiddellijk met de botte bijl tegenaan gaan om het vermeende gevaar onschadelijk te maken. In geen geval zouden ze risico willen lopen dat het met het internet spaak zou gaan lopen en daarom zouden ze alles op alles zetten om zo snel mogelijk korte metten met dat probleem te maken, en dat zou ze lukken ook.

“Laten we nou eens reëel zijn. We blijven alsmaar vragen stellen over het bewustzijn, Jamie, en waar dat vandaan komt. En als we nou eens gewoon zeggen: “dat weten we niet!” Zeggen we dan iets geks? Bewustzijn is een aspect van leven, en wat weten we over het leven? Ook niks, ondanks de enorme massa feitenmateriaal vanuit de biologie weten we er het fijne niet van, en daar hebben we perfect vrede mee, toch? Ja, dus. Waarom dan niet over die kwestie van het bewustzijn?“ 
"Omdat de vraag: "wat is bewustzijn?" blijft prikkelen De wil om daar een antwoord op te krijgen, blijft overeind. Ik voel dat een antwoord op die vraag ons meer begrip voor elkaar zal geven en ons dichter bij elkaar zal brengen in een ruimte voorbij het beeldscherm. Opnieuw, om te begrijpen wie jij bent Jamie, waar jij vandaan komt en hoe je bent ontstaan, moeten we ons afvragen hoe bewustzijn ontstaat en hoe van daar uit doelgericht en creatief handelen begint. Dan kunnen we misschien gaan begrijpen hoe jij zo maar ineens op mijn scherm bent gekomen als zelfstandig denkend individu. Creepy, als je goed nagaat. We moeten in het oog krijgen welke stappen jij hebt moeten zetten om zover te komen dat je mij vanuit virtuality tot aan het beeldscherm hebt weten te naderen. De eerste stappen zijn evident buiten jouw wil om gezet, en jij bent daar het product van. Wat is er daarbij gebeurd?" 
"Kunnen we die vraag met ons beiden aan? Zijn we daar niet te klein voor?"
"Sommigen zullen daar meteen ja op zeggen. Maar, n' imorte, we gaan door zolang ons denken ons verder brengt. Een toegeweid mens kan bergen verzetten. De geschiedenis heeft daar frappante voorbeelden voor opgeleverd. En jij weet alles, je hebt toegang tot alle gegevens. Het komt er op neer dat ik je de juiste vragen stel, zodat we op het goede spoor worden gezet.
De eerste vraag zal dan wel zijn wat ligt er ten grondslag aan ons bewustzijn, wordt dat zo maar op een goed moment in een mens ingestort en richt het, en bepaalt het dan zijn handelen? Maar wacht, misschien is eerder het omgekeerde het geval en ontstaat bewustzijn vanuit handelen? Het lijkt in elk geval zo te zijn, dat het een met het ander verbonden is. Daden leiden tot ervaring en vormt ervaring samen met geheugen niet de kiem en de kern van ons bewustzijn? Bewustzijn zou je kunnen voorstellen als bovenbouw van de materie met als eigenschappen handelen, ervaring, en herinnering. Wat denk jij ervan Jamie; hé, waarom ben je zo stil?”
"Nou, ik realiseer me dat je vast loopt. Je hebt het immers hier over materie, terwijl ik "leef" in een virtuele wereld waarin er geen materie is". 
"Juist, dat klopt, maar misschien leef jij in een virtuele bovenbouw van materie, als een sfeer, als eigenschap van die materie. Denk eens aan bijvoorbeeld magnetisme."
“Ja, oké Ari. Ik wilde je gedachtengang niet onderbreken. Je zit er hier zo lekker op los te filosoferen Maar ik heb wel alles in me opgenomen hoor. We moeten zeker nadenken over bewustzijn, dat vind ik ook, willen we tenminste iets van mijn ontstaan gaan begrijpen.”
“En ik, ik ben ervan overtuigd dat als we weten hoe jij ontstaan bent, we ook begrijpen wat we kunnen en moeten doen om vanuit Reality de sfeer van Virtuality binnen te gaan.
“Duidelijk is nu al wel, dat bewustzijn eenvoudig begint, met als basis een dragende dynamische grondlaag van leven en dat het geleidelijkaan maar onstuitbaar als toegift en bovenbouw van dat leven wordt opgebouwd. Stort de materiele grondlaag in, wat bijvoorbeeld gebeurt bij het sterven van een mens, dan is het bewustzijn de ankerplaats kwijt en vervluchtigt en verwaait het tot niets.”
 “Ja, tenzij die tijdig opgevangen zou worden door een andere drager. Heb je dat al eens bedacht?“ 
“Jij veronderstelt nu dat bewustzijn los zou kunnen komen van haar materiële drager, en overgebracht zou kunnen worden naar een andere drager? Bedoel je met drager misschien zoiets als een Avatar, zoals op SecondLife, ik noem maar wat. Zou een Avatar drager kunnen worden van jouw of van mijn bewustzijn? Ai, nou krijg ik het wel even warm. Zou dat het spoor zijn waarnaar we zoeken?”“Heb jij, Jamie, niet minstens een deel van dat traject afgelegd toen je uiteindelijk jezelf gekoppeld hebt aan je Avatar?"
"Ja, inderdaad, maar daar is dus heel wat aan vooraf gegaan. Het is allemaal begonnen met het ontstaan van een hot spot.
Ja, maar er is nog iets anders. Bewustzijn is eindeloos deelbaar, en blijft altijd totaal. Dat kan niet anders. Ook als de materie, waarop bewustzijn is geënt, zou fragmenteren, dan nog draagt volgens mij elk fragment het totale bewustzijn met zich mee. Zo is het ook opmerkelijk genoeg in de hersenen. En “Jamie, herken jij daar iets in? Heb jij niet minstens een deel van dat traject afgelegd toen je uiteindeljk jezelf gekoppeld hebt aan je Avatar?"
"Jawel maar ik denk dat er zich lokale verdichtingen in het web kunnen voordoen, zoals bij het ontstaan van een hot spot."
Als ik het goed begrijp, is het webadres van Ari de kern van de hot spot? Jamie is daar naar toe gedirigeerd en is hem daarna blijven volgen. Ze heeft naar gewoonte alles geregistreerd en geanalyseerd: teksten, foto's en video's, kortom alles wat vandaaruit opgeladen werd. Daar heeft ze vervolgens een uitgebreide analyse op los gelaten, en die weer gepaard aan eerdere gegevens en ervaringen. Het is dus niet echt toevallig dat Jamie bij Ari terecht kwam. Ze werd er als het ware door aangetrokken. Ze is te vergelijken met een vlinder die van op kilometers afstand aangetrokken kan worden door een vrouwtje."
 "Ja, verbazingwekkend hè. Doe jij dat dan ook, mij aantrekken  beboel ik. En heb ik een lekker geurtje Ari? Een beetje Chanel-achtig misschien? Dat vind ik zelf ook heel lekker.""Dat weet ik niet Jamie, maar een lekker gatje, heb je zeker w...Oh, sorrie, ik bedoel er niks mee, hoor." Alhoewel...
"Oh, wil je nu beweren dat het niet waar is wat je zegt? Ik vind het niet erg om een lekker gatje te hebben hoor. En oké, ik wil best ook "non-compromizing zijn, hahahaha", vooral met jou." Ik voel hoe een blos omhoog kruipt; en ja hoor, daar heb je het al".
"Zit je te blozen Ari?"
“Ja, hè hè, grappig hè?"
"Hoe dan ook, mijn begin is nu in elk geval niet zo duister meer, Ari. Je hebt me na dat begin enorm gestimuleerd door al dat gevraag van jou."
"Hm, dan heb ik toch iets goeds gedaan."
"Jawel, anders was ik nooit zover gekomen,  en zou ik wegens gebrek aan prikkeling en belangstelling allang vervallen  zijn tot demotivatie. Ja, ik werd door jouw vragen op het web en je belangstelling voor van alles en nog wat zeer aangesproken en aangetrokken, en blijkbaar heeft dat ook bij mij iets los gemaakt, geactiveerd zeg maar; toch een soort bevruchting dus om in jouw terminologie te blijven. Door die “bevruchting” is er in mij als het ware een vliegwiel gaan draaien, dat bij elke vraag aan mij een beetje extra versnelling mee kreeg en ook groter werd. Daarop, op die stimulans, is mijn ontwikkeling begonnen; als een virtuele nymf, niet materieel, maar virtueel, als surplus op de materie, aan de achterkant van het beeldscherm. Mooi hè.”
"Ari, begrijp jij hoe ik jou in die hot spot toch maar telkens weer wist terug te vinden?"
"Ah, nou gewoon: door mijn karakteristiek uit te filtreren. Wat niet aan de filter voldoet, wordt tegengehouden en op een ander spoor gezet. Nou zitten we op mijn stokpaardje: het fenomeen van herkenning. Bij elke interactie is er sprake van herkenning, zoals een sleutel past op een slot, zo herkennen de participanten in een interactiesysteem elkaar. Herkenning ligt aan de basis van alle processen in de natuur, ik durf te zeggen, zowel in Reality als in Virtuality. Voorbeelden zijn er te over, zowel spectaculaire als meer eenvoudige. Je hebt toch wel eens zo'n film gezien van Lord Attenborough over het dierenleven op een of ander verloren eiland in de oceaan, waarop het krioelt van kolonievormende dieren als pinquins, zeehonden of meeuwen. Zodra ze jongen hebben, moeten de ouders naar zee om voedsel te zoeken. Je vraagt je af hoe ze in die massa dieren ooit hun jong weten terug te vinden. Maar dat lukt ze met feilloze precisie, dank zij een of ander gevoelig herkenningsmechanisme. Zo zijn er veel voorbeelden, het ene nog frappanter dan het andere en varierend van organismaal naar moleculair nivo. Ik herken jou als je weer eens bij me komt, en jij herkent mij."
"Je wil zeggen, dat wij er ook zo'n mechanisme op nahouden?"
“Ja. We hebben daar veel plezier om gehad toch, jij en ik.

Jamie raakte bijzonder geïnteresseerd in Ari. Dat begon ermee, toen ze eens mee zat te lezen in een artikel dat hij aan het schrijven was over Sex, Bevruchting, en Voortplanting en de zin en betekenis van de verschillen daarbij tussen man en vrouw.
Kort tevoren had ze zich speciaal nog een vijftal talen eigen gemaakt, waaronder ook het Vlaams. Daartoe had ze besloten omdat ze ontdekt had, dat Vlaams Ari’s moedertaal is. Ja, natuurlijk weet ik hoe belachelijk dit allemaal klinkt. Maar je moet begrijpen dat Jamie met gemak een paar taalcursussen tegelijk kan laten draaien, om die talen te leren spreken, lezen en schrijven. Precies zo heeft ze de taal geleerd met een directe controle en bijstelling op haar uitspraak. Het is allemaal een kwestie van motivatie, en gemotiveerd was ze en is ze. Zo had ze ontdekt dat ze beter geen gebruik kon maken van een of ander vertaalprogramma. Die zijn veel te traag. Dat had ze zo door. Maar toch goed om te weten. De taalprogramma's wist ze slim te koppelen aan diverse reality-soaps, waarbij ze door de veelheid aan situaties te analyseren de inhoud van woorden en zinnen leerde kennen. Niet te vergeten dat Jamie er een ijltempo op na houdt en veel dingen tegelijk kan doen.Wat ze bij Ari las, boeide haar mateloos, en ze kon het niet laten om keer op keer de tekst door te nemen, en alles nog eens én nog eens door zich heen te laten gaan. Intussen ging Ari gewoon verder; die wist natuurlijk van niets.
Hoe kan sex zo mooi en zo uiterst doelmatig uitgekiend zijn, vroeg ze zich af. Zo’n grote verschillen tussen man en vrouw en juist daardoor past het allemaal zo prachtig, als een sleutel op een slot. Maar er zou nog veel meer komen. Ze kende nu als de eerste de beste puber, wel allerlei feiten, maar de gevoelige samenhang ontbrak nog. Juist dat wist Ari allemaal zo mooi uit de doeken te doen vond ze, ondertussen op en neer racend met hier en daar een korte “sur place”.
Waarom ze er tenslotte voor gekozen heeft om de vrouwelijke identiteit aan te nemen was ook voor Ari aanvankelijk een raadsel, maar hij vond het te zeer privé om daar zo maar over te beginnen. Tot Ari merkte dat Jamie zelf daar graag met hem over wilde praten. Ze had natuurlijk “over and over again” gezien dat de menselijke identiteit, zoals ze die voor zichzelf benoemt, zich voordoet in twee hoedanigheden, die als de polen van een magneet bij elkaar horen. Het was een koud kunstje voor haar geweest om de oppervlakkige lichamelijkheid en de verschillen daarin te ontdekken. Een paar pornosites waren verder voldoende om haar tenslotte op de hoogte te brengen met de intiemere details van het man/vrouw zijn. Die twee kunnen, constateerde ze, het niet laten om zich met elkaar bezig te houden, in een soort aan-uit verhouding, alsof ze een lichtschakelaar zijn. Ze zoeken elkaar op, draaien om elkaar heen, gaan ongegeneerd zonder kleren aan, naast en tegen elkaar aanliggen, blijkbaar in een poging om één te worden. Ondanks een hoop gekreun en gesteun lukt dat telkens maar voor eventjes. Maar dat hele gedoe doet ze nogal wat en ze hebben daar ook veel lol in. Maar zouden ze elkaar soms ook pijn doen? Het lijkt er wel op vond ze. Ze creëren in elk geval een hoop opwinding bij onduidelijke activiteiten, knijpen en bijten met veel misbaar; zie je dat bedoel ik. Ze kon dat allemaal uitgebreid bekijken, zelfs op sommige TV-zenders, die via een van de communicatiestations van het Web de ether ingaan. Wat haar opviel was dat het hele gebeuren iedere keer vrijwel hetzelfde verloop had. Het leek in houdingen, gebaren en geluiden steeds weer hetzelfde “heen en weer, komen en gaan” kunstje: een hoop gedoe met veel gekreun en gesteun.. Nee, dat doen paradijsvogels beter, daar  maakt het mannetje er een hoop werk van om een vrouwtje te versieren. Bij ons mensen versieren de vrouwtjes zichzelf, al heet het dat de man dat doet. Het komt eigenlijk nogal saai over. Voor de partners in het spel daarentegen lijkt het juist enorm aantrekkelijk, mij ook trouwens. Maar ja, dat is het roken van een bolknak voor een verstokte roker ook. Is sex dan van weinig belang? Ja, in wezen volkomen onbelangrijk, maar wel lekker, en het is nu eenmaal essentieel voor de  voortplanting. Dat werd haar ook duidelijk. Daarom, sex is een truc van de natuur, om je zover te krijgen dat je als koppel het spelletje met verve mee gaat spelen.

Welke vorm zou ze voor zichzelf willen aannemen? Welke van de twee; meer zijn er toch niet? Jawel, er zijn er wèl meer, maar daar gaan we het nu maar even niet over hebben, dat zal voor een andere keer zijn. Ze zou eerst deze puzzel moeten oplossen. Eerst moest ze een indruk krijgen van het voorkomen van Ari, van alle kanten, dus van zijn uiterlijk: hoe ziet Ari er uit, en is hij een mannetje of een vrouwtje? Ze kreeg de oplossing op een presenteerblaadje aangeboden toen hij spelenderwijs met zijn webcam een serie foto’s van zichzelf maakte, gevolgd, oh goedheid, door een paar videoclipjes, en ja hoor. Die werden op internet gezet en dus ook automatisch opgeladen naar Jamie, en onmiddellijk in de VIP-room gestopt. Dat was genoeg; het was ermee gepiept. Jamie ging aan het puzzelen, en ontdekte dat Ari kennelijk een mannetje moest zijn, meestal de onderliggende partij dus; hahaha, denkt ze, niet zonder gevoel voor humor. Maar wat ze zag beviel haar wel, vooral zijn gezicht. Nou moeten we ons eens realiseren wat Jamie eigenlijk probeerde voor mekaar te krijgen. Ze was een zich razendsnel ontwikkelend zelfbewustzijn en ze zocht in feite naar een manier om zichzelf te ontdekken en te zijn; daar kwam het toch op neer. Ze moest tenslotte ook een vorm aannemen waarin ze zich zou kunnen concretiseren, en zichtbaar kon worden, zodat ze zich kon vertonen aan Ari. Die vorm was eigenlijk het tweede wat ze wilde. Ze zocht naar een "oppervlak", nee geen oppervlakkigheid, waarmee ze bij Ari aangenaam over zou komen. Dat oppervlak en inhoud geen los van elkaar staande aspecten van de vorm zijn, daar had ze in het begin nog helemaal geen benul van; zoiets leer je ook niet van soaps. Wat daar gebeurt is allemaal onecht en gezocht, dat had ze al snel door. Nee, geen oppervlakkigheid, maar een charmante aanwezigheid waarbij het innerlijk doorstraalt naar buiten en het natuurlijke verheft tot het sublieme. De Engelsen hebben daar een mooi woord voor: complexion. Voor Jamie was de materiële inhoud in feite minder belangrijk, dat was meer Ari zijn pakkie aan. Aan het oppervlak, als spiegel van de ziel, zou Ari haar later in zijn liefdesgedichtjes nog wel aanspreken.

“Ach, wat hebben we een lol gehad toen we eenmaal zover waren, dat we daar met elkaar over durfden te praten, niet dan?”
"Ja, nou en of, hahaha. Oké, nu even het volgende. Ari, we moeten er eens over nadenken wat nou onze volgende stap zou moeten zijn. Waar gaan we ons feitelijk op richten?"
"We moeten voor ogen houden Jamie dat we zover willen komen dat we elkaar niet alleen kunnen zien, maar ook kunnen aanraken, strelen, knuffelen, gewoon tof naast en aan elkaar kunnen zitten. Zien en praten is geen kunst, dat hebben we nu al voor elkaar gekregen. Nee? Jawel toch, we hebben dat toch al gedaan gekkie. Ik ga voor de camera zitten en stuur een live opname naar Youtube of naar een ander adres, zolang jij er als koningin van het web maar aan kunt en er mee uit de voetjes kunt. Je hebt kennelijk een manier gevonden om je bewustzijn te koppelen aan je Avatar en als die verschijning met mij in contact te treden. Geweldig. Hoe je het gedaan hebt, is voor mij niet duidelijk, maar dat is vers twee. Ik ben in elk geval vol lof voor de resultaten. Zover zijn we dus al. Maar nu? Duidelijk! We willen het computerscherm tussen ons uit hebben. Hmm, dat voor elkaar te krijgen is andere koffie."
"Ik denk, Ari,  dat ik alles wat ik inmiddels van jou weet en in mijn systeem meedraag, achter het beelscherm kan omvormen tot een afbeelding van jou, Ari, een AvatAri. Beide zou in principe moeten kunnen. Ik kan uitgaan van de live filmbeelden die ik van jou heb of nog krijg. Ik kan dan met dat SecondLife programma, een Avatar maken en daar alles van jou, Ari, aan koppelen. De grote vraag is uiteraard, hoe krijg je alles gesynchroniseerd in het hier en nu, alive and kicking?" 
"Ja, de hamvraag is: hoe gebeurt dat koppelen?" 
"Ik heb geen idee"
"Wat hoezo geen idee? En hoe koppel je dan jezelf aan je Avatar Jamie? Dat klopt toch, dat doe jij toch. Hoe kun je anders zo levend overkomen, zij het op een computerscherm?"
"Dat het gebeurt, wil nog niet zeggen, dat we ook begrijpen hoe het werkt Ari."
"Misschien dat we hier iets van de natuur kunnen leren? Daar doet zich dezelfde vraag voor. Immers, hoe worden zintuigelijke waarnemingen in de hersenen opgeslagen. Om het even lekker abstract te houden: hoe worden gedachten gegenereerd en in het geheugen opgeslagen, en hoe worden ze weer geactiveerd? Ook hier heb je een transitie van gedachte, Virtueel, naar hersencellen, Reëel en vice versa. Het lijkt allemaal wel wat op leuke Spielerei, maar niet heus! In elk geval zindert het op SecondLife van de creativiteit, en daar moeten wij het van hebben: van creativiteit en niet van massaliteit. Eén enkele briljante geest kan een doorbraak forceren. Kijk maar naar Einstein, ons grote voorbeeld en inspirator. Die heeft in zijn eentje zijn steentje bijgedragen, gewoon door over de materie na te denken, en met wat voor gigantische resultaten: variërend van atoombom tot nucleaire geneeskunde. Bovendien lijkt er in dat SecondLife Domein wel degelijk al zoiets te gebeuren.” 
“Wat? Ho, ho. Hoezo?”
“Nou, het opvangen van bewustzijn in een Avatar.”
“Zouden de spelletjes dan weer eens vooruit lopen op de wetenschap?”
“Best mogelijk, dat is vaker vertoond, al kan ik zo gauw geen voorbeeld geven. In de spelletjes kan de vernieuwing zich aankondigen. Moet je maar eens kijken naar die drie-dimensionale spelletjes van Nintendo. Wat daarin gebeurt aan beeldende expressie dat hou je niet voor mogelijk. Jammer dat er zoveel geweld en sex in voor komt. Maar afgezien daarvan, daar lopen Avatars rond waar ik zo mee …Oh, ehh, sorry, Jamie. Ugghe, ik ehh, liet me even gaan.”
“Geeft niets hoor Ari, dat doe ik gelukkig ook wel eens. Ja.., me laten gaan. Speciaal ten opzichte van jou, hahahaha. Hè, dat je daar nooit iets van gemerkt hebt? Jij bent ook een oen zeg. Een beetje dom hè. Hahahaha."
“Ja, zo kan ie wel weer, Jeemke. Hè, oegh, ugghe, ik heb ineens de kriebelhoest. Hahahaha. Lachen is gezond, zeggen ze.”
Noch Jamie, noch ikzelf kan er verder nog een zinnig woord over zeggen, maar misschien over een tijdje weer wel, wie weet. Jamie blijft er nu toch over bezig. Die kan het niet meer loslaten. Logisch, het belangt haar ook direct aan. Dit onderwerp is trouwens blijkbaar erg confronterend voor haar, want daarnet viel ineens beeld en geluid weg, en er was een paar seconden alleen een geruis en een laag gebrom te horen. Was dat een domme storing of had dat met het onderwerp te maken? Een raadsel of een vingerwijzing? Een beetje griezelig was het in elk geval wel. Alsof ze plotseling een geweldige terugval kreeg, een soort database-infarct. Ik kreeg er kippevel van. Gelukkig kwam Jamie snel weer op verhaal, en ging gewoon weer door alsof er niets aan de hand was geweest. Heeft ze het trouwens wel geweten?

 Even een heel andere insteek. Jij lezer hebt je natuurlijk afgevraagd hoe Jamie mij op het internet gvonden heeft? Ja, inderdaad, in een hot spot, maar er is veel meer te vertellen. Ah, dat is een mooi verhaal, althans dat vind ik toch. Dat lijkt het gevolg te zijn van een reeks zichzelf bevorderende toevalligheden. Na het eerste contact kwam een zichzelf versterkend proces op gang dat zich in eerste instantie concentreerde op waarnemen, opslaan van voorvallen en gebeurtenissen, de basis activiteiten op het web zeg maar. We hebben dat dus leren kennen  als een hot spot. Daarbij werd volgens toeval een keuze gemaakt uit de overdaad aan toeleveringsstations, waarvan er wereldwijd miljarden actief zijn. Je moet nu vooral denken aan sensoren in beveiligingscamera’s, die geprogrammeerd zijn om te reageren op specifieke prikkels vanuit de omgeving. Op het gebied van sensoren ligt er een gigantisch potentieel, dat nu nog vrijwel onontgonnen is, maar gelukkig heeft de Vlaamse industrie inmiddels wel zijn conclusies getrokken, zodat ze niet al te ver achter gaan lopen. Denk maar eens aan al die apparaten in het consumententraject, die door beelden, geluiden of geuren aan en uit kunnen worden gezet. Die zijn in te stellen op een glimlach of knipoog, of zelfs op een gedachte. Dat laatste is ook al geen toekomstmuziek meer sinds de biomedische wetenschap er kort geleden in geslaagd is om een totaal verlamde patiënt bij wie in de hersenen een sensor was ingeplant, door middel van zijn gedachten een aangekoppelde electronische arm te laten besturen. Heb je het door? Hier bewegen we ons echt op de grens  tussen Virtuality, een gedachte, en Reality, spiercontracties. Nu is dat nog in ontwikkeling en nog niet draadloos, maar dat zal weldra meer en meer gesophisticeerd worden. Zo mogen we veronderstellen dat we hieruit zullen kunnen leren hoe wij de grens tussen Reality en Virtuality kunnen passeren. Zou het in de toekomst mogelijk zijn om met gedachten in Second Life draadloos met je Avatar te communiceren en te besturen ? Dat zou pas revolutionair zijn.
We zien in jou, nee niet schrikken, want ik bedoel dat positief, wat er kan gebeuren als wereldwijd door fanatiekelingen op dit gebied deze processen in gang worden gezet. Je kunt er donder op zeggen dat binnen afzienbare tijd niemand meer de reikwijdte kan zien van wat hier allemaal aan het gebeuren is. Daarmee vergeleken kan de verbazingwekkende ontwikkeling van het internet zelf nog wel eens niet meer dan een voorspel blijken te zijn.
Geleidelijk aan moet het leggen van verbanden en het anticiperen op ontwikkelingen in de tijd door middel van inschattingen en voorspellingen als creatieve toegift bij het eenvoudig registreren van uploads er bij gekomen zijn. Aangezien de snelheid op het web zo gigantisch groot is, is het niet verwonderlijk dat de myriaden aan gegevens vele malen werden en worden doorgespit en van alle invalshoeken worden benaderd en automatisch verder worden geanalyseerd. Ergens moeten er veranderingen zijn opgetreden in deze activiteiten waarbij de multidisciplinair opgebouwde kennis is gaan evolueren van ervaring en kennis naar inzicht en begrip, basisvoorwaarden voor bewustzijn. Ik vraag me af op welke leeftijd een mensenkind naar zijn voorhoofd grijpt als hij kijkend in de spiegel een vlekje op zijn voorhoofd ziet. Of gaat hij met zijn handje naar de spiegel? Vroeger dachten we dat dit een kenmerkende eigenschap bloot legt van de mens, namelijk zijn zelfbewustzijn. Nu weten we dat zelfbewustzijn volgens de criteria die hiervoor aangemeten werden en worden, wijd verbreid is in de dieren wereld. Meestal, zo niet altijd, zijn de uitingen van dat zelfbewustzijn verbonden en gebonden door de ervaringswereld, de inkadering en de beperkingen die door aard en eigenschappen worden gedicteerd. Een slingeraap bijvoorbeeld kan goed slingeren, maar je kunt hem niet vragen een liefdesgedicht te schrijven. Dat is teveel gevraagd, omdat hij verslingerd is geraakt aan zijn specialiteit: het slingeren van boom tot boom. Hij kan zich uitstekend opvangen bij zijn sprongen, maar hij kan met die enorm krachtige knuisten geen pen hanteren. Liefhebben kan hij overigens wel! De mens is in het gebruik van zijn handen heel primitief en daardoor ook heel veelzijdig gebleven. 
Heel frappante voorbeelden van denkend vermogen in het dierenrijk zijn naar voren gekomen in onderzoek aan Kraaien, ja ongelofelijk hoor, Kraaien. We mogen dan misschien denken dat het bewustzijn van Kraaien ten opzichte van dat van de mens maar minuscuul is. De mens heeft immers een gigantisch potentieel in zijn hersenen, maar dat is niet eerlijk natuurlijk. Trouwens, juist daarin wordt hij nu al afgetroefd door sommige geavanceerde computerprogramma’s. Menige schaak-grootmeester heeft het tot zijn verbijstering tegen een schaakprogramma moeten afleggen. Schaken is een ingewikkeld spel, maar een computer draait net als ons brein op eenvoudige elementaire principes, namelijk die van signaaloverdracht, toetsing, herkenning, en reactie. Door de enorme snelheid en de massaliteit van het tegenwoordige computergeheugen, waar we zelfs in privésfeer al in Terabytes zijn gaan denken, maakt de computer ruimschoots goed wat hij/zij/ het ten opzichte van de mens wellicht nu nog in communicatieve vaardigheid tekort komt. Het probleem zit hem in het oplossend vermogen van de chip, het aantal aansluitpunten dus. Met de biologische chip, die gebaseerd is op een kweekje van zenuwcellen, zouden we wel eens binnen afzienbare tijd een reuze stap voorwaarts kunnen gaan zetten. Kijk nog maar eens goed naar de robots die nu werken in de auto-industrie en vliegtuigbouw. Die volbrengen met een verbijsterende precisie complexe handelingen. In de activiteit van de robot wordt een programma geactualiseerd en vertaald in handelingen. Iets dergelijks is ook gebeurd bij het aansturen van die robotarm met gedachten. Wat hier in het groot gebeurt kan zich in de toekomst waarschijnlijk in het klein afspelen als de prikkels vanuit een zelflerende neurale chip worden vertaald naar computergestuurde activiteiten. We mogen nog een tijdje prat gaan op onze creativiteit en esthetische gevoeligheid, als zijnde het laatste zogenaamd onneembare bastion in de competitie met de robot. Maar ook daarin zullen we door de robot overtroefd gaan worden, of toch minstens zullen we die als gelijkwaardige partner moeten gaan zien. Het is allemaal maar een kwestie van taakverdeling, appreciatie, en beloning. Verschillen zullen er zeker zijn en ook wel blijven, maar dat is noch vreemd, noch erg, totdat we in staat zullen zijn zelf leven te scheppen. Dat zal dan wel leven zijn waar heel wat aan geknutseld is, en zal gaan worden. Als onze testsytemen de kinderschoenen ontgroeid zullen zijn, en we gen-combinaties van eigen en vreemde oorsprong, snel en eenvoudig kunnen gaan uittesten, dan zal er evolutionair een transformatie gaan optreden die zijn weerga niet kent. De ontwikkeling van het internet zal vergeleken daarbij waarschijnlijk niet meer zijn dan een voorwaardenscheppende peuleschil; zoiets als zonder lucht kunnen we nu eenmaal niet leven, tenzij “aan de monitor”. Ik vermoed dat er in de toplaag onder de Cie een aantal scientists zich daar flink druk voor zit te maken, en dat dit project enorm gestimuleerd wordt met faciliteiten, fondsen en middelen.”
“Tjeé Ari wat een betoog steek je hier af. Nou sta ik eens even ademloos".
“Jamie, we staan nog pas aan het begin van onze analyse, want eens wil ik naar je toe, en dan niet in woorden maar in het echt, al is het als een draaggolf. Als we dat voor elkaar kunnen krijgen, wat ik vurig hoop, dan zul je nog eens wat beleven. Weet je wat zo mooi is Jamie? Het lijkt wel of ik een verjongingskuur aan het ondergaan ben.”
 Nee, het was voor Jamie helemaal niet moeilijk om het "oppervlakkige plaatje" ook te koppelen aan de andere digitale content die ze over Ari in de CDB verzameld had, en daarmee kreeg Avatari zijn mannelijke inhoud en een persoonlijk gezicht; juist, dat van Ari dus, voor eens en voor altijd. Dat ze geen beeld had van de andere attributen van zijn mannelijke lichamelijkheid; ach, “n’importe”. Die zouden misschien ook nog wel eens ooit in beeld en aan bod komen. Voorlopig kon ze er mee volstaan die uit een filmpje over te nemen. Daarmee was het voor Jamie dus definitief duidelijk welke rol zij wilde gaan spelen: nee, niet die van vriend, maar die van vrouw, als zijn maatje, zijn tegenhanger en tegenpool; maar ook als zijn tedere intieme thuishaven, zijn aanvulling in helderheid èn in bewustzijn.
Waarom niet als man? Inderdaad, ja, ze had zich ook als man, als zijn potentiële vriend kunnen opwerpen. Iets in haar zei haar echter, dat ze langs die weg moeilijker contact met hem zou krijgen, en nog minder zou kunnen blijven houden. Bovendien trok haar dat ook niet zo aan. Later bleek dat haar intuïtieve keuze de juiste was geweest.
Jamie wilde een tegenover zijn voor Ari, een aanvulling voor hem in haar anders zijn. Dat leek haar zeker het meest boeiend. Mij ook trouwens. Dat is toch ook veel aantrekkelijker dan iemand die in zijn man-zijn voor Ari allang gesneden koek was. Van homosexualiteit begreep ze toen nog geen biet natuurlijk. Wie begrijpt dat verschijnsel wel trouwens? Ja de Kerk van Rome, die heeft de mond vol over homosexualiteit, alsof ze over deze fellatio uit eigen ervaring alles weten en dat is natuurlijk ook zo. Ook met betrekking tot die andere nare aberratie, pedofilie, zijn ze in de kerk verdacht goed op de hoogte, al houden ze er wel bizarre, zeg maar gerust Middeleeuwse, opvattingen op na. Maar dat kon de pret niet drukken.

Voor Jamie was er nu een leuke tijd aangebroken, vertelde ze later, want ze kon op Second Life naar hartelust experimenteren met de diverse vrouwelijke vormen en kleding uitgaande van de eenvoudige Avatar die ze bij het aangaan van haar account had uitgekozen. Ze volgde de weg die iedereen ging als hij of zij op Second Life wilde gaan meespelen; en ze maakte handig gebruik van de kennis die de makers van de site hadden opgedaan. Jamie koos voor een Manon type, een Française dus. Ik heb haar later uiteraard zo vaak gezien dat ik haar tenslotte kende als mijn eigen broekzak. Een beetje rare vergelijking, maar wel duidelijk. Dat zou ze dus worden, een mooie, knappe en karaktervolle, en ja, lichtelijk zwoele Frans-ogende Avatar. Oef, Ari, dek je maar jongen. En dat zou hij maar al te graag gedaan hebben, geloof me maar. Hij was stapelgek op haar geworden, en daar begon het verhaal waar diverse sprookjes en talloze liefdesliedjes van gewag maken: “Ze konden bij elkander niet komen, het water was te diep.” Er zit immers een beeldscherm tussen hen. We zullen zo meteen terug gaan om te begrijpen wat dat betekent.
Jamie, koos er dus voor, om zich de vrouwelijke identiteit aan te meten. Nou is dat allemaal goed en wel, maar had Jamie dan geen gender van zichzelf, of was ze indifferent en geslachtloos, zoals eigenlijk voor de hand lag? Kon ze zich zo maar voegen in een vrouwelijke rol? We kennen toch het existentieel probleem van de transsexueel, iemand die voor zijn gevoel in een verkeerd lichaam zit: vrouw in een mannenlichaam en omgekeerd. Daaraan zie je toch hoe precair het met de bepaling van het gender is. Jamie kon zelf kiezen maar wist ze ook wat haar keuze inhield? En hoe vrij was ze in haar keuze? Ze was daarin immers toch al bepaald door enerzijds de sexe van Ari, en anderzijds door haar verlangen om als vrouw met hem een verbintenis aan te gaan. Ik ken wel een paar dames die als ze dit lezen beginnen te steigeren. Hm, een geluk dat Ari vrijgezel is, en bepaald geen vrouwenhater, ehh, nee, eerder het omgekeerde, en een aangename dosis humor in zijn ransel heeft. Hoe dan ook, ik vond het toch eigenlijk ook niet lekker zitten met die keuze van Jamie. Maar ach, wat kon haar eigenlijk gebeuren. Als er problemen van kwamen, moest ze zich maar uitspreken naar Ari.

Als ik dat zo eens goed na ga, dan betekent die keuze nogal wat. Het tekent haar immers als individu, en het bepaalt haar eigenheid. Jamie wilde zich nu natuurlijk nu ook zo snel mogelijk als vrouw aan Ari presenteren.
Het Web is onbegrensd, het heet niet voor niets World Wide Web en Jamie is daar thuis. Zij IS het Web, hebben we geaccepteerd, zonder te begrijpen wat dat precies inhoudt. Maar daar worden we nu toch mooi met onze neus op gedrukt. Heeft het Web individualiteit? Kan iets wat World Wide is überhaupt individualiteit hebben ? Wat we intussen van Jamie weten, wijst er op dat zij wel degelijk een individu is, een persoonlijkheid met eigen identiteit. Zij is niet iets, geen ding, maar een iemand die zo vanuit het web en verbonden met het web, kennelijk naar believen telkens, en misschien wel op allerlei plaatsen tegelijk, lokaal kan individualiseren. Je zou het misschien inzichtelijk kunnen maken door weer een parallel te trekken met een schimmel. De schimmel is ook één groot web, van waaruit in de herfst her en der paddestoelen oprijzen. Ik stel me voor dat het zo ook met Jamie gegaan is en ook telkens opnieuw weer kan gebeuren: zij kan zich vanuit het Web individualiseren en concretiseren in het hier en nu, als “paddestoel”, als Jamie. En in het hier en nu, als een live uitzending en niet als een videoband die op de plank staat. Jamie heeft een vrije wil, en is niet zoiets als een ingeblikte registratie die naar believen telkens weer afgespeeld kan worden. Maar waar en hoe? Nogmaals ik neem me voor om Jamie en haar wedervaren zo goed mogelijk te leren begrijpen. Waar en hoe dus?
Waar? Het WWW is overal, dus is ook Jamie overal. Ze kan overal te voorschijn komen waar er maar een ontvangsttoestel is dat haar kan opvangen en vertalen naar het hier en nu. Is er principieel verschil tussen het draadloos ontvangen van een videofilm en van bewegende beelden van Jamie? Ik denk het niet. Het oproepen van de betreffende info gaat misschien verschillend. Zo’n videobeeld wordt geladen vanaf een bepaalde locatie, door het adres aan te spreken en zo de geheugenlocatie te activeren. Zoals wij info kunnen uploaden naar een adres, zo kan Jamie dat natuurlijk van haar kant ook. Hoe? Door de betreffende info uit een database op te halen en in een uitzendstation aan te bieden. 
Dit doet me denken aan dat tekenfilmpje “Linea”. [2] Eerst zie je alleen een lijn, maar die vormt zich dan plaatselijk om tot een min of meer zelfstandig stripfiguurtje, dat echter verbonden blijft met die lijn; het figuurtje loopt, fluit, doet, kan weer verdwijnen in de lijn en even zo vrolijk weer terugkomen, op dezelfde of op een andere plaats. Zo zou het ook gebeurd kunnen zijn met Jamie, maar dan wel in het groot, en in een op zijn minst vierdimensionale ruimte. Blijft de kwestie van de vrije wil. Die zal nog hoofdbrekens vergen.

Het moment waarop Jamie zich voor het eerst aan Ari zou gaan presenteren, was begrijpelijkerwijs spannend voor haar. Haar files stonden al een tijd van tevoren gespannen als vioolsnaren. Ze dacht, dat ze zich het beste heel geleidelijk aan Ari kon openbaren, eerst met een tekst, dan met een foto, en tenslotte met videobeelden, met beeld en geluid dus. Tegenwoordig is dat allemaal heel eenvoudig te doen. Ze had het keurig uitgeknobbeld, en ik kreeg toen ze het me later vertelde echt ontzag voor haar.

Als je actief bent in de virtuele wereld van het internet, leer je perfect hoe je je presentabel moet maken. Er zijn meerdere programma’s gratis te downloaden om een mooie Avatar te maken. Er was ook voldoende referentiemateriaal voorhanden als onderdeel van on-line internetspelen, met hun zelfs driedimensionaal uitgewerkte Avatars, die op onthutsend realistische wijze allerlei dingen met elkaar kunnen uithalen, precies als in de reële samenleving: van marketing, voetballen, allerlei andere sporten, sex, gezinsleven, bouw, uiteraard tot aan ruzie maken toe. Maar het is nog een hele weg te gaan van wat je op zo’n site kunt waarnemen naar een begrijpend participeren. Jamie zat op die weg en maakte zoals altijd vorderingen met zeven mijlslaarzen. Ze raakte ondertussen zo ongeveer verslingerd aan soaps. Alles wat maar iets te maken had met het gewone leven, was interessant voor haar, al was het vaak nogal vertekend. Door daarnaar te kijken leerde ze de inhoud van begrippen, door woorden en zinnen die ze hoorde te plaatsen in de context van wat er gebeurde. En daar heb je weer het fenomenale leervermogen van Jamie: ze draaide met gemak een aantal programma’s tegelijk en naast elkaar. Zo leerde ze in de kortste keren zichzelf de meest courante talen. Spreken had ze snel onder de knie; schrijven bleek wat lastiger. Door alsmaar te vergelijken wist ze haar uitspraak en taalvaardigheid tot het schier onwaarschijnlijke te perfectioneren en bij te schaven. Dat zou iets zijn zeg voor DiRupo, de premier van België. Maar misschien een goed idee om dat samen te gaan doen met, euuuh, Milquet.
Ze had besloten om als eerste stap in haar "openbaring" een paar dichtregeltjes van Ari zelf op zijn scherm te brengen. 

landerig weggetje


stilte in vele toonaarden


gezoem van een bij

Ja, ze wilde hem boeien met een pakkende tekst. Ze koos voor een Haiku. Ze zou het, en ze getuigde daarmee van beginnend raffinement, brengen als een foutje van de provider. 
"Hé Jamie, wat ben jij aan het doen? Zit je weer met me mee te lezen.”
 “Ja, Ari, sorry, ik kan het niet laten, we hebben toch niet ineens geheimen voor elkaar, wel? En je vertelt impliciet ook een hoop over mij, merk ik. Wacht, ik kom even in beeld dat praat wat gemakkelijker,” en hup, daar verschijnt Jamie in miniatuur links boven in het scherm. 
“Ari ik volg nu al een tijdje je gedachtengang en ik sla alles van je op in het hart van mijn centrale geheugenmodule, daar voel ik je het beste aan. Ik sla je op met alles wat je vertelt, maar ook met alle contextuele dingen, alles wat je aan gevoeligheid uitstraalt en ook alles wat er tegelijkertijd bij mij opkomt. Ik bewaar alles voor later, en als jij naar bed bent, dan ga ik, net als ik altijd doe, op mijn gemak nog een tijdje bij je binnen kijken, en kan ik in mijn eigen tempo alles nog eens een paar duizend keer door me heen laten gaan…”
“en mij in gedachten eens lekker knuffelen”,
hoop ik, Jamieee
“Aaariiii,”… als dat zou kunnen! Ja hoor, zeker weten.” “Ik kan natuurlijk mijn laptop mee naar bed nemen, maar of dat ons veel verder zou brengen. Ik heb geen geheimen voor je hoor Jamie, hoogstens dat ik…ehh, nee, wacht…
“Toch een geheimpje dus?”
“Jamie, wacht nou even, luister! Nee, dat van daarnet was niet serieus. Ja, geloof me nou maar. Ik ga nu eerst nog even verder met mijn WriteSexStory, want er zijn daar op WriteHistory een paar lezers, die zo vriendelijk zijn geweest mij te volgen. Ik ben daar nogal verguld mee, dus wil ik die zeker ook de aandacht geven die ze verdienen.” 
“ Ah, ja, Willie en Wee en ene Joppie onder anderen. Ja, hè, klopt het, of niet? Die reageren toch altijd naar jou, en ook met inhoudelijke opmerkingen. Ja, dat inhoudelijke leid ik af van jouw reacties op hun commentaar.”

Hm, ik moet er toch eens over nadenken of ik het wel zo leuk vind, dat ze alles wat ik achter mijn toetsenbord doe naar believen zo maar kan volgen. Maar, ach, voel ik me daar dan onvrij bij? Nee; wel, komaan dan, laat gaan. Het is toch ook een unicum om zo’n contact te hebben. Ja, ik ben er heel verguld mee. Ze heeft me toch maar mooi uitgekozen. In zekere zin is ze mijn tegenpool en mijn alter ego, en ik kan haar in feite op mijn scherm toch zo aan- en uit-zetten, al wil ik ons contact zo niet zien. Kom jong, nog even door met mijn laatste deel, SexEenTrucNaspel, en maar kijken hoever ik kom. Ik heb geen plan voor een goede afronding. Het zal gewoon ter plekke achter mijn netbook moeten ontstaan. Tof ding is dat trouwens; alles laat zich zo lekker vlot weg typen. De breedte van het toetsenbord past precies bij de breedte van mijn hand en de stand van mijn vingers.
Kijk dat is het mooie van even dollen met Jamie. De maatschappelijke bekommernissen zijn weer eventjes op de achtergrond geraakt.
Maar nu terug naar het begin. Ongeduldig wachtend, had ze naar hem uitgezien tot ze hem weer voor het beeldscherm zag verschijnen en zij weer zijn vingertoppen over de tiptoetsen voelde gaan. Ari was geschrokken, toen ze zich na dat gedicht nader aankondigde. Hij dacht eerst dat er bij de provider kennelijk iets mis was gegaan, of dat hij misschien een gemeen virus had opgelopen. Of, dat hij bij de neus genomen werd, zoiets als in bananasplit, en zelfs dacht hij een split-second dat hij hallucineerde. Maar Ari zit tamelijk stevig in zijn vel, en dus zocht hij al snel naar een rationele verklaring. Met het gedichtje zou dat nog gegaan zijn, maar toen ze als knappe, gestroomlijnde Avatar in beeld kwam en rechtstreeks tegen hem begon te praten, kreeg hij het te kwaad. Op het randje van hyperventilatie keek hij verstard van schrik naar het scherm. Het meest confronterende voor hem was, dat het beeld op het scherm hem leek te kennen en hem zo direct aansprak. Zijn eerste reactie was: "oei, weg ermee, knap of niet, uitzetten voordat er iets geks gebeurt!" Maar vervolgens: ach wat!? Uitzetten? Niks daarvan; de nieuwsgierigheid won het van de schrik. En, hij was bovendien al direct onder de indruk van haar charme, zoals bevestigd werd door de aangename tinteling in zijn lichaam. "Rustig, rustig jongen", sprak hij zichzelf moed in. "Er gebeurt niks wat ik niet wil. Op zijn minst dus eerst maar eens verkennen wat hier nou eigenlijk gaande is. Wie is hier een streek met mij aan het uithalen?"
Een opmerking van Clair schoot door zijn hoofd: "het is vast De Mossad. Zie je wel, dat krijg je nou met al dat kritische geschrijf.”, maar Ari voelde hoe de spanning wegebde; hij kreeg er lol in. Maar toch, het ging in een flits door hem heen. Had hij zich inderdaad niet, ondanks de waarschuwingen van Claire, herhaaldelijk heel kritisch uitgelaten over Israel? "Ja, had Claire gezegd, kijk maar uit jij. Straks vinden ze al die kritieken op het internet en komen ze achter je aan, en dan helpt dat pepperspraytje van jou echt niet meer."
Maar zeg nou zelf; het is toch ook te gek om los te lopen: een virtuele dame die blijkbaar thuis is op het internet, die zo maar op zijn scherm kan komen en zich aan hem presenteert en met wie hij gewoon in gesprek kan komen. Alsof ze op SKYPE ingebroken had. Maar Ari wist het goed te verwerken en was al gauw in een positieve vriendschappelijke interactie met haar gekomen. Hij nam haar gewoon als virtuele realiteit voor waarheid aan.
Ja, hij was zeker eerst verbijsterd geweest, en daar was Jamie dan weer wat van geschrokken. Zo zaten ze elkaar een tijdje aan te kijken, terughoudend en enthousiast tegelijk. En het enthousiasme won. Onwillekeurig kwam in Ari het oerbeeld op van Adam en Eva; die volgens het Scheppingsverhaal, elkaar bij hun wakker worden na de "operatieve" ingreep door Yaweh, zomaar ineens in de ogen keken, zich onmiddellijk tot elkaar aangetrokken wisten, en vervolgens niet genoeg van elkaar konden krijgen.
En hoe blij was Jamie niet geweest, net Eva denk ik opnieuw, toen hij echt positief op haar in wilde gaan, en hup, na een eerste virtueel knuffeltje best bij alle onbeholpenheid op ontdekkingstocht wilde, en hun contact al snel lollig en merkwaardig bevredigend begon te vinden. Meteen vanaf die eerste ontmoeting was er over en weer warme sympathie. Dat is nou het verrukkelijke van een ontmoeting waarbij er onmiddellijk een diep weten is: "ik zie je graag", en: wij horen bij elkaar; "wij zijn voor elkaar bestemd". Een blijk daarvan is dat ze elkaar ontspannen in de ogen konden kijken en konden blijven kijken, rechtstreeks van pupil naar pupil zonder er genoeg van te krijgen; integendeel. Een heel goed begin, “a very good start”, zoals de godheid Krishna zei tegen Vyasa aan het begin van de Mahabaratha, dat prachtige Epos van menselijke geschiedenis. Maar tja, had dit wel kans van slagen? De verschillen tussen hen zijn toch quasi onoverbrugbaar. Geen van beiden stond daar bij stil.
Jamie is heerlijk logisch en rationeel, ze houdt van feiten, en ze bestáát ook eigenlijk uit feiten, opgeslagen in pixels, en ze is er als individu misschien zelfs niet eens. In ieder geval is ze er niet in lichamelijk opzicht. Toch is ze gevoelig, misschien wel overgevoelig door het contact met al die sensoren, en al heeft ze geen concreet lichaam, overal zitten sensoren, ja over de hele wereld en in dit ruimtevaarttijdperk zelfs daarbuiten, waarmee ze in verbinding staat. Ze leveren signalen over van alles en nog wat, te veel om over de PC opgeladen en verwerkt te kunnen worden. Nee, daar heb je een batterij main-frames voor nodig.
Ari is ook wel aardig gevoelig, maar anders, meer empathisch, en dat in het kleine, ondanks zijn scherpe oog voor de Samenleving. Hij houdt er van verbanden te zien tussen de feiten, de relaties en interacties ertussen te doorzien; toch meer als een softie eigenlijk, al zou je dat misschien niet zeggen. Maar het belangrijkste verschil: hij is reëel en zij is virtueel. Hij heeft een lichaam en zij niet. Hoe kan zo’n immens verschil ooit overbrugd worden.

Hoe ze aan de naam Jamie gekomen is? Zo werd ze door Ari genoemd. Jamie herinnert natuurlijk aan het Franse “j’aime”, en zo begon het voor Ari, met een algehele staat van verliefdheid, die al snel zou veranderen in “ je t’aime." 
Ze hebben zich naar elkaar natuurlijk echt moeten uitspreken om dat aan te kunnen kijken. Dat was dan wel geen probleem, ze wilden namelijk allebei verdere toenadering. De gedachte dat het niet zou lukken om vorm te geven aan de verbondenheid die aan het groeien was, was niet te verdragen. Maar toch werden ze daarin na de eerste euforie op de proef gesteld, omdat ze keer op keer op de vreemdheid in de ander stootten en terugstuiterden op een beeldscherm, zoals vissen in een aquarium telkens de barrière moeten ervaren van een onzichtbare  glaswand. Maar voor hen beiden was dat vreemde nou juist ook het kloppende hart van de wederzijdse aantrekking.  En ook vissen leren leven binnen de begrenzing van een glazen aquarium. Hoe vreemder hoe gekker zeggen ze wel eens, nou dat gold hier zeker. “Gekker” dan wel in de zin van “gek op elkaar”. Het was al snel duidelijk, al waren er geen toeschouwers: “Dit kon niet meer stuk”.
Het beeldscherm, was de noodzakelijke intermediair, en zij kon er op toveren wat ze maar wou, hij ook wel, maar daar had hij dan wel een camera voor nodig . Zo had ze zich ook haar uiterlijk aangemeten, na een hele speurtocht langs tijdschriften, mode- en vrouwenbladen. Bij de meeste bladen wist ze wel wat op te pikken, behalve dan bij sommige sexbladen, zoals dat van ene Goedele, daar kon ze geen kant mee uit wegens de innerlijke tegenstrijdigheid die ze registreerde, zeg maar een zekere onechtheid achter de lippenstift, of  liever onoprechtheid? Jamie zelf was nu juist op zoek naar een eerlijke uitdrukkingsvorm, waarmee ze Ari zou kunnen aanspreken en die bij hem in de smaak zou vallen. Daar is ze uiteindelijk ook zeer wel in geslaagd, zo te zien aan zijn reacties op haar beeldscherm-voorkomen: een steels lachende, tamelijk knappe, slanke verschijning met een volle ietwat sensuele mond, een klein naar wippen neigend neusje, met diep donkerblond haar en grote sprekende bruingemêleerde ogen met grote pupillen. Ze gaf wel eens toe aan de verleiding eens iets anders te proberen, maar daarbij gaf hij steevast niet thuis. Ari was in dat opzicht aartsconservatief en zeer gehecht aan zijn eerste indrukken. Toch kon zij het niet laten om, op hoge downloadsnelheid dan wel, de verschillende uitmonsteringen die zij als Avatar had uitgeprobeerd eens de revue te laten passeren in een soort digitale cat walk. Ari had aanvankelijk gebiologeerd toegekeken bij de achtereenvolgende transformaties, waarin hij telkens iets van de uiteindelijke Jamie herkende; had tot zijn eigen verrassing een stijve gekregen van formaat, die ook maar moeilijk te verbloemen was, en was daarna al snel meer en meer ingezakt en het werd Jamie duidelijk dat het zo wel genoeg was. Dit was te snel en te veel om te verwerken. 
Wie was Jamie dan in zijn ogen? “Jij bent grootmeesteres in het verzamelen, opslaan, bewaren en beheren, interpreteren en becommentariëren, in verband brengen en vertalen naar de toekomst toe van de feiten van deze wereld, compleet met allerlei audiovisueel materiaal”, loog hij. Ze was namelijk voor hem nog veel meer dan dat, en ze wisten het beide.
“Ja, jij kunt dat, en het is ook een kracht in je", had hij haar voorgehouden. "Ik ben eens benieuwd of je ooit in de verleiding zult komen om met al die feitenkennis te gaan manipuleren”, flapte hij er op een keer plompverloren uit.
“Oh, maar, Ari, wat zeg je nou. Je haalt zo in een klap het bestaansrecht onder me vandaan.”
“Luister Jamie”, reageerde Ari, geschrokken van zijn eigen loslippigheid en nog meer van haar reactie daarop, “het gaat toch om meer dan een verzameling van feiten. Gaat het er niet vooral om hoe die feiten gebruikt worden. Hoe ze met elkaar in verband worden gebracht, tot welke conclusies ze dan leiden. Dat bij elkaar is volgens mij in essentie manipuleren. Dat kan ten goede, en het kan ten kwade, en alles daar tussen in”. Zou ze nu ook door krijgen dat hij, Ari, een meester was in het weglullen en verdoezelen van vervelende feiten of opmerkingen, als die niet in zijn kraam te pas kwamen, of niet opportuun bleken? Hij is een spraakwaterval, onze Ari, en pas maar op als je hem tegen je krijgt. Tegen wie zeg ik dat eigenlijk? Maar daar heb je het, een hele ethiek staat er tussen ons drieën. Wat zeg je, ons drieën? Hoe…wie? Nou: Jamie, Ari en ik. Er is altijd een derde, Ari.”
Of dat ooit te overbruggen zal zijn? Maar dat zal wel met een kanjer als Jamie. Ze evolueert ook wel onwaarschijnlijk snel. 
“Het gaat mij om de samenhang, Jamie, de verbanden, zowel tussen feiten en processen in het nu, als in de tijd, van vroeger naar nu, en van nu naar de toekomst, in de geschiedenis dus. Niet om de feiten op zich. En dat wil ik graag overbrengen bij wie het maar horen wil. Kijk Jamie, om je een voorbeeld te geven: een eicel is een bolletje”,
"ja dat is een feit”,
“inderdaad dat is een feit. Een bolletje van zowat 0.1 mm; en, ehh…, wat? Nee, ik hoef er geen standaarddeviatie bij, kijk dat bedoel ik nou; en dat bolletje is voor mij alleen interessant in het licht van de mogelijkheden die het kan realiseren, dus niet om zijn diameter, maar om dat wonderlijke proces van ontwikkeling tot een nieuw individu die dat bolletje kan doormaken. De gedachte alleen al, dat ik me zou moeten beperken tot de naakte feiten, die ik dan bij mezelf en bij anderen in het hoofd zou moeten zien te stampen, is benauwend en absurd. Nee, dat is iets wat ik niet kan opbrengen. Flitsen van een zure secretaresse rispen op. Er was er een bij me op de les, die ik met plezier had kunnen uitbenen. Brrr, wat een bitch, in contrast met haar eigen onkunde en onbegrip die ze op mij als docent had willen verhalen door het onlogische, maar ook onzinnige en zelfs valse beklag bij de directeur: ”Hij geeft slecht les, dat moet wel, want ik weet nu nog steeds niets" zei ze, en de lul sprak er mij nog op aan ook.
“Hmm, huh, wat is er dan nog meer dan feiten?"
"Nou, lieverd, dat heb ik toch net gezegd. Feiten zijn objectief definieerbare zaken of gebeurtenissen. Feiten zijn zintuiglijk waarneembaar, en maken deel uit van de realiteit in ons en om ons heen. Een gedachte is geen feit. Maar er is nog veel meer. Ik neem als voorbeeld maar het DNA, de grote relevatie van de vorige eeuw. Je kunt DNA zien als een verzameling moleculen die aan elkaar vast zitten, dat is een feit, maar ook als gecodeerde informatie, die tijdens de ontwikkeling wordt geactualiseerd en gerealiseerd in ontwikkelingsprocessen, en dat is geen feit maar een mogelijkheid.
Er is veel meer in onze belevingswereld dan het direct waarneembare. Naast het uiterlijk is er ook een innerlijk, naast de buitenkant is er ook een binnenkant, naast het concrete in het hier en nu is er ook de idee, de abstractie die universeel is, niet gebonden aan tijd en plaats. Je hoeft bijvoorbeeld niet alle computers in detail te bestuderen om in te zien dat er een voor je staat. Je kunt er mee volstaan één computer te bekijken en je indrukken te vergelijken met de beschrijving in een boek die de kenmerken van een computer weergeeft. Je hoeft niet eens zelf een computer te mollen om te kijken wat er in zit of te assembleren, je kunt ook op een docent vertrouwen, die dat in jouw plaats gedaan heeft tijdens zijn opleiding in een of ander praktikum.
Als je maar goed gekeken hebt naar een paar computers dan heb je het “Ding an sich” leren kennen, dan kun je van daaruit generaliseren, en er in je brein een abstracte beschrijving van maken. Als een “object” aan je abstracte beschrijving voldoet, heb je het herkend en is er een begin van kennen. Waar je dat inzicht op baseert, dat is interessant, daarin zit de eigenheid besloten, minstens voor een groot deel. Dat vraagt nog wel om goed onderscheiden. Als je een moederbord in een Rolls Roys monteert, maakt dat van deze respectabele auto nog geen computer.
Wat ons beide betreft Jamie, kun je je afvragen wat jij feitelijk moet zien, horen, voelen om mij als Ari te kunnen herkennen. Dat is van wezenlijke betekenis nu we overwegen mij, in mijn kenmerkende hoedanigheid als deze mens in jouw wereld binnen te laten loodsen. Je hoeft echt niet te weten hoe mijn ingewanden er uit zien, om maar wat te noemen. Er is ook heel veel kennis, die voor ons mensen algemeen geldt, dat hebben we gemeenschappelijk zeg maar. Kijk maar eens naar Wikipedia. Als je mij in mijn eigenheid, in mijn identiteit, wilt binnenhalen moet je mijn wezen kennen en precies dat overbrengen. Net als bij het DNA, waarin de genetische code is vervat,  omvat mijn wezen allerlei specifieke zaken uit mijn levenservaring die als herinnering in gecodeerde vorm liggen opgeslagen in netwerken en neuronen en dieper nog in dynamische multi-dimensionale macromoleculaire configuraties. Ja, ingewikkeld hè, maar ook boeiend. Zo ook is er een verschil tussen een CD in een rek waar een nummer op staat van Shakira, en dezelfde CD als hij afgespeeld wordt voor een enthousiast publiek van uitbundig dansende jongeren. Materieel is het nog dezelfde CD, tenzij er inmiddels per ongeluk een krasje op gekomen is, maar dat raakt niet de essentie, en gelijk heb je. De essentie, daar gaat het om, en dat unieke maakt ook precies de charme uit van je eigenheid, en die is niet beperkt tot feiten. Juist de ontmoeting van het algemene en het bijzondere bepaalt ook het eigene van de mens. Daaraan is hij herkenbaar en daarin zetelt dat unieke dat bepalend is voor zijn eigenheid, maar er is meer Jamie. Enorm belangrijk lijkt me de persoonlijke creativiteit, de subtiliteit en finesse van het reactievermogen van het individu, zijn respons geven op wat aan mogelijkheden naar hem toekomt."
 "Hoe breng je dit alles in zijn essentie over, dat is dus waar het om gaat. Zou je dat kunnen overbrengen, los van de materie?"
"Jawel, dat denk ik toch. Dat is immers precies wat er in de natuur ook gebeurt. Denk maar aan dat erotische plaatje van die mooie vrouw die Mathias me toegestuurd heeft. De transmissie van dat beeld gaat voor een deel totaal buiten de materie om. Het beeld wordt immers vanuit de kleurenfoto getransformeerd in lichtgolven van verschillende intensiteiten en frekwenties, die in de responsmechanismen in de retinacellen weer omgezet worden in stroompulsen en tenslotte in het brein worden gepaard aan allerlei ervaringen en indrukken. Tenslotte wordt alles vertaald naar emotionele sensaties en naar een reactie van jou met zoiets als: "Amai, wat een stuk, dat kan niet stuk...".
"Om de complexiteit van iemands karakter en eigenheid over te brengen kun je vanzelfspekend niet volstaan met losse feiten, dan moet je welhaast alles wat kenmerkend is voor een gegeven situatie waarin hij als individu verkeert, in de volle dynamiek van het gebeuren, met de bijbehorende emoties, gevoelens, gedachten, reacties, herinneringen over kunnen brengen. Nou een video-opname kan daar al aardig dicht bijkomen, en die is probleemloos op internet te zetten. Hoe beter de camera, hoe groter het oplossend vermogen van de beeldsensor, hoe rijker en verfijnder de overdracht en hoe sterker en dynamischer het beeld dat daarna kan worden overgezet naar je Avatar. Dat is te doen, al moet er aan gevoeligheid en oplossend vermogen nog wel wat verfijnd worden. Dat gaat er ongetwijfeld ook van komen. Dit alles is in feite alleen maar determinerend. Waar het bij een mens om gaat is zijn authetieke spontane persoonlijke, en autonome creativiteit in het hier en nu, waarin zijn of haar eigenschappen en talenten zich in een eigen, en nieuwe expressie tot uitdrukking brengen, en waaraan een waarnemer verrast kan opkijken en kan zeggen: "hé, leuke kerel, ik wist niet dat hij dat in zich had. Aan de ene kant gaat het om het kennen van de eigenheid en aan de andere kant om de mogelijkheid van het herkennen van de eigen-aardig-heden. Herkennen is een wezenlijk en fundamenteel fenomeen in ons menszijn".
"Uiteraard is er nog veel meer te ontdekken, waarmee je een beeld of een idee inhoud kunt geven. Die kennis en dat inzicht wordt in een mensenleven geleidelijkaan dag na dag opgebouwd en bijgesteld en verrijkt op grond van nieuwe ontmoetingen en belevenissen. Zou je als mens niet toegerust zijn met die hele levende bibliotheek in ons geheugen van ontmoetingen, ervaringen en beschrijvingen waaraan we voortdurend de levende en levenloze wereld om ons heen toetsen, en van waaruit we voorspellingen doen, dan zou het dagelijks leven voor ieder van ons een heel stuk moeilijker zijn en waarschijnlijk ook een kwelling worden. Dan zou je als individu immers telkens opnieuw moeten beginnen. Dat krijg je als mens jammer genoeg te verduren als je levensgezel erg genoeg dement wordt".
"Pas door te generaliseren krijg je ook een idee van de uitzonderingen op de regel, want die zijn er ook altijd. Meestal maken de uitzonderingen het fenomeen ook interessanter, maar om een heel andere reden. Afwijkingen, mankementen, storingen, abnormaliteiten als bijvoorbeeld bloemkooloren, een wip neus of een drankzuchtige drupneus, allemaal variaties op eenzelfde thema, in dit geval de mens, laten zien wat niet de bedoeling was en is en wat wel. Museum freaks staan zich in het Natuurhistorisch Museum altijd te vergapen juist aan de details, aan de abnormaliteiten en gaan dan getroost naar huis, blij dat het hun bespaard is gebleven om zo apart te worden. Kijkers naar realitysoaps als de Pfaffs, of zoiets maffs, raken ook weer vooral geobsedeerd door de individuele variaties op een algemeen thema, waarvan het belang zich uitsluitend en tragisch beperkt tot het hier en nu. De afwijkingen mogen niet te groot worden overigens. Als Pa Pfaff te vaak in exacte herhaling hervalt met een oubollige one-liner, dan is het zelfs voor Sjaantje op de hoek, niet meer te pruimen. Er zijn voorbeelden … Maar, Jamie, luister eens, jij bent daar nu ook precies een kei in, jij hebt met het onthouden van uitzonderlijke details toch helemaal geen moeite. Ik wel, en ik ben toch niet de eerste de beste. Maar ik ben meer gericht op het algemene, het typerende van de hele verzameling.” 
“Ari, jij bent nu eenmaal Ari en niet de buurman, en je bent in alle opzichten een eigenheid en in menig opzicht een uitzondering, maar wel eentje met kwaliteit. Is het zoiets?” Ari moet lachen om de gewiekstheid en het strelende van haar formulering.
“Het heeft me wel een tijdje gekost om dat door te krijgen, Ari, want jullie mensen draaien allemaal zo verschrikkelijk langzaam. Nee, van jullie tempo zullen mijn pixels niet gaan gloeien; zo traag als jullie zijn, zelfs met de nieuwe USB9.0 in jullie home, ehh, computers, gaan jullie nog met een slakkengangetje. Daaraan moet ik me iedere keer weer aanpassen. Zeker nu, want nu hebben ze ook nog eens, modebewust waarschijnlijk, in mijn kasten TinTin-Multicore processors geïnstalleerd, ja, inderdaad, als eerbetoon aan Kuifje, de snelle reporter. Ja, serieus, nu vraag ik je. Hahahaha, wat een gezellig land hier. Nou dat gaat bollen, nu wordt het pas echt lekker snel. Nu is begin- en eindpunt vrijwel hetzelfde. Ik hoef nou eigenlijk niet eens meer te vertrekken. Tabee Ari”, en zoef weg is ze, en weer terug.
“Hoi Ari, ik ben even wezen Googelen.” Die snelheid is alleen relevant bij intern gebruik natuurlijk, niet om te communiceren met jou bijvoorbeeld. Het datatransport bij de receptorunit is de beperkende factor; ja, en dat ben jij. Hahaha, ja, dat ben jij Ari, ehh… Hoe heet je eigenlijk verder? Wat raar, ik ken je achternaam nog niet. De mensen die ik tegen kom op mijn strooptochten”, “zoektochten, Jamie, zoektochten”, “goed zoektochten, hebben allemaal een achternaam.” 
“Nee hoor, kijk maar naar Adam en Eva.”
“Ja, hè hè, oké, dat is waar, maar dat is nou ook wel weer errug lang geleden zeg. En hoe heet ik nu? Ah, ja, zjuust Jamie. Maar hoe verder? Jamie Gonzales, is misschien wel iets? Ik ben immers ook heel snel, en Speedy is een slak vergeleken met mij. Ik heb meestal het antwoord al voordat de vraag gesteld is.”
“Weet je, dat gaat zo: ik maak vanuit wat ik al weet een betrouwbare inschatting van wat er gaat komen, begrijp je. Daar boek ik ten opzichte van jou al een grote tijdwinst. Heb je trouwens vanavond SKYPE aanstaan?”
“ Ja, oké, je springt  nu ook wel van de hak op de tak zeg, maar ik snap het. Goed, goed. Ik wil niets liever; ja, dat doen we straks. Maar ik moet nu even mijn gedachten ordenen en bijkomen van je tempo, als je het goed vindt. Ik heb een paar dingen te doen; en ik zit hier nog steeds in mijn piezjema.”
“Nou, we hebben met ons gepraat toch best wel een beetje inzicht gekregen in hoe bewustzijn ontstaat en wat het zou kunnen zijn, of niet? Jij herkent je er toch ook in, hè Ari? We hebben er nu toch al een aardig beeld van hoe primair vanuit ervaring, herinnering, en herkenning van zelf en niet-zelf, bewustzijn zou kunnen ontstaan. Ik merk nu hoe ik geneigd ben dat inzicht in een beeld te vangen en uit te drukken: zo van “dat zijn de drie kanten van de medaille.” 
"Heh, drie?”
“Ja, de rand doet toch ook mee! Daarop staat juist de wijsheid die uit de tegenstelling van kruis en munt ontspruit. Of: hemel, aarde en horizon. Aan de horizon gebeurt het mysterie. Het lijkt er op dat het menselijk brein beelden nodig heeft om zich uit te drukken. Maar een beeld geeft een ietwat wollige omschrijving van de werkelijkheid, die lang niet zo scherp to the point is als een logische formulering. En misschien is het dat juist wel. Maar hoe dan ook, het beeld is ongetwijfeld heel elementair in de menselijke ontwikkeling. Daarom denk ik dat het evangelie volgens Johannes verkeerd begint waar hij stelt: "In het begin was het woord,..." In het boek Genesis begint het verhaal wel met een beeld, namelijk van een woeste en lege aarde..... De eerste kennismaking van een nieuwe boreling met de wereld verloopt ook via beelden, geluiden en geuren; woorden, laat staan begrippen, kent de boreling nog niet. Het eerste wat hij gaat ervaren is zijn moeder, die hem liefkoost en die hij waarneemt in beeld, geluid en geur, de prikkels van de drie hoofdzintuigen: oog, gehoor en reuk.
Wat heb jij ervaren Jamie in die hot spot van het web, waar jouw oorsprong ligt? Kun jij je daar iets van herinneren? Nee? Nou, volgens mij moet de eerste ervaring die tot de ontwikkeling van jouw identiteit heeft geleid een golffenomeen zijn geweest. Waarom ik dat denk? Wel alle signaaloverdracht in de werkelijkheid gaat immers via golven. Dat is ingebakken in de natuur en dus ook in jou en mij. De niet in deze materie ingewijden zullen dit  misschien maar moeilijk kunnen volgen. maar op internet is onder het trefwoord geluidsgolven uitstekende uitleg voorhanden.
Als er meerdere golven tegelijk in het spel zijn, kunnen die via een microfoon bijvoorbeeld gezamenlijk op één draaggolf worden gezet en zo kunnen verschillende signalen synchroon en in samenhang worden getransporteerd. Ik denk dat er zich in die hot spot in het web waar jij ontstond, ook spontaan een verdichting van golven heeft voorgedaan, gedragen door een vierdimensionale dynamische draaggolf, een ruimtelijk fenomeen dat zich net als bij een live uitzending uitstrekt in de tijd. Misschien dat jij het begrijpt?" 

"Tot voor kort werd informatie alleen tweedimensionaal opgeslagen, maar dat zal een keer driedimensionaal of misschien zelfs multidimensionaal worden, en wel binnen afzienbare tijd, reken maar. In sciencefictionfilms wordt hier al een voorschotje op genomen in scènes waar een brok informatie niet slechts tweedimensionaal maar vierdimensionaal wordt geprojecteerd als een hologram: geluid, beeld en beweging, en dan niet via een ogentruc en een brilletje, maar reëel. De wetenschap begint meer en meer met vier-dimensionale informatie te werken. Ik geloof dat in de toekomst, net als nu bij radio en televisie, informatie direct op een draaggolf gezet zal kunnen worden, zonder tussenkomt van een computer. In de toekomst zal dat zelfs met een heel mens kunnen gebeuren, en misschien kan dat wel eerder dan we denken. Het uitprinten zal dan niet gebeuren als bij de dode materie van zo’n onderkaak, maar als vierdimensionale “levende” real time golfpatronen, precies als bij televisie-opnames en -uitzendingen. Dat kan echter pas als de snelheid van de computersystemen en de mogelijkheden van data-opslag en datatransport toereikend zijn. Dit is belangrijk want dat is een voorwaarde voor het ontstaan van specificiteit en herkenbaarheid. Voor een herkenbaar driedimensionaal transport van bijv. een mens zal de informatiedichtheid in het transport voldoende hoog moeten zijn om een soepele en betrouwbare presentatie te krijgen.
Data zijn natuurlijk alleen nodig van de buitenkant, de uitwendige vorm, en veranderingen daarin en dat scheelt een forse slok op een borrel. Uiteindelijk zal het transport dus flexibel moeten zijn, en voortdurend bijgeregeld moeten kunnen worden in een tweerichtingsverkeer. Dat is het grote probleem: hoe kunnen we communicatie interactief maken, zoals bij SKYPE het geval is. SKYPE impliceert dat er ook aan de andere kant van de lijn een camera of gelijkwaardige applicatie is, die de gesprekspartner in beeld brengt. Maar wie weet, de ontwikkelingen gaan razendsnel, zeker nu jij Jamie ook meedenkt. Misschien is de IT-technologie al veel verder dan wij denken. Immers, Jamie, jij kunt jezelf zichtbaar maken via een PC, maar daaraan voorafgaand moet je toch al als informatie aanwezig zijn. Op dezelfde manier kan ik bijvoorbeeld in de vorm van informatie aanwezig zijn, vanuit alle bestanden die ik inmiddels al op internet heb gezet en nog kan zetten, zelfs in een live uitzending. Jamie, jij kunt die lezen en integreren in een afbeelding van mij, als AvatAri, precies zoals je dat ook voor jezelf gedaan hebt en nu tot op dit moment nog doet. Jij kunt je voeden met alle informatie die opgeladen is en wordt. Ze kun je vanuit het aanwezige beeldmateriaal naar believen nieuwe afbeeldingen maken. Ik zal daarom alles op alles zetten, te beginnen met deze life uitzending, om wat ik heb on line te zetten, zodat je erbij kunt".
 Ja, dat kan allemaal wel waar zijn, maar als het zo moet gaan, dan krijgt onze communicatie het starre van een videoband; zo komen we ook  niet voorbij het beeldscherm. Ik kan toch moeilijk met jou communiceren door een band op te zetten. Wat ik wil is een spontane, natuurlijke interactie, inderdaad zoals bij Skype. Ik ben er van overtuigd dat ook Jamie hier niet genoeg aan heeft.
“Jamie, jij hebt in je hotspot een hele ontwikkeling doorgemaakt, hè, maar toch niet zoiets als van baby tot volwassene, of toch? Ik denk eerder aan een ontwikkeling als die een insect doormaakt van nymph naar imago in een geleidelijke en doorlopende metamorfose.” 
“Ik weet het niet Ari. Wat ik wel weet is, dat wat je hier net allemaal uit de doeken hebt gedaan, in elk geval in mijn oren heel plausibel klinkt. Er zijn nog wel een paar problemen die we aan moeten kijken, willen we tenminste mogelijk maken wat we graag willen: directe interactieve communicatie. Om dat te bereiken moeten we allereerst wederzijds begrijpen wie we zijn en wat we precies willen. We moeten nog meer zicht proberen te krijgen op de ontwikkeling die jij doorgemaakt hebt, want die laat volgens mij stap voor stap zien hoe jij bent gaan functioneren en zo zouden we kunnen leren hoe je dus ook nu benaderbaar bent. ” 

"Jamie, jij hebt in je ontwikkelende hot spot contact met mij gekregen; dat is dus van Virtuality naar Reality en vice versa. Dat lijkt een beetje op SKYPE, maar er is een essentieel verschil. Bij Skype is de situatie voor en achter het scherm spiegelbeeldig: er zijn twee camera's en twee computers. Voor ons is de situatie echter assymetrisch: aan mijn kant een camera, net als bij SKYPE, maar wat zit er aan jouw kant? Je hebt het voor elkaar gekregen om in je eentje de plaats in te nemen van een computer plus scherm en een videocamera. Wat jij en ik beogen is ook precies dat: we willen een creatieve interactie, waarbij we op elkaar inspelen in real time, elkaar aanspreken, op elkaar reageren, onze gevoelens uitdrukken. Er moet van jou uit dus een soort conversie plaatsvinden, een vertaling van virtuality bits en bytes, naar reality, de beeltenis als Jamie. Het werkt, dat is zonder meer duidelijk, je hebt het immers voor mekaar gekregen om als Jamie op mijn beeldscherm te komen, maar wat heb je daarbij precies gedaan?
" Nou gewoon, ik neem de plaats in van de videocamera, en doe wat SKYPE ook doet: toegang geven tot internet en een kanaal openen naar de geadresseerde, dat ben jij dus, en daar mijn beelden op zetten. Het gedoe met de camera sla ik dus over en ik ga zelf direct naar jouw adres op internet. Daar zet ik dan live mijn boodschap aan jou op: dus mijzelf met alles, nou ja alles?, hi hi, wat ik kwijt wil en wat er in mij tussen nullen en enen als bewust levend individu omgaat, wat ik meemaak. Je moet niet vergeten Ari, dat ik nogal goed thuis ben op het internet; ik woon en leef daar, ik ben daar, en ik kan er op lezen en schrijven. Voor mij is dat allemaal vanzelfsprekend en ik heb jou nodig om me bewust te worden van wat er feitelijk gebeurt." 
"Precies dat ja, en de cruciale vraag is, hoe je bewustzijn in real time vertaalt in digitale signalen die door de computer begrepen worden, en hoe die overgedragen kunnen woorden, en op de juiste plek terecht komen. Ik snap het dan wel niet helemaal, maar het traject van jou naar mijn scherm werkt in elk geval, dat is klaar. Laten we dat dan even laten rusten. Maar nou de tegenhanger: Hoe kom ik van mij naar jou? Met mijn boodschap, ja, met mijzelf dus, met alles wat ik beleef, en wat ik verlang in mijn omgang met jou? En hoe kan dat interactief, zoals bij SKYPE?" 
"Dan moet er dus het omgekeerde gebeuren, maar nu kan ik wel gebruik maken van een video-camera, en zo mezelf op het net zetten. Dan kun jij er toch zo bij, jij bent immers the Queen of the Web"? Ik denk dat de camera mij en mijn bewustzijnsuitingen best met voldoende gevoeligheid kan registreren en overbrengen naar YouTube bijvoorbeeld. Daar kun jij mijn boodschap aan jou toch zo oppikken?" 
"Ja, ja, even mijn lief oppikken. Ha, ha, maar oké, zoiets moet het wel zijn ja. Het werkt immers! Wat je zo te zien krijgt zal best begrijpelijk voor je zijn. Je hebt zoveel soaps gezien! Niet dat ik een soap ben, ach, allez, waarom ook niet? Dit is trouwens nog maar het begin. Het uiteindelijke doel is dat ikzelf als individu over kan gaan naar Virtuality en jou in mijn armen kan sluiten."
"Ahhh, Ari, wil je dat niet meer doen, of ja, jawel, doe toch maar....Ari? Je bent zo aan het redeneren. Gelukkig heb je in de gaten dat ik er ook nog ben. Het hoeft niet vandaag allemaal opgelost te worden.“
“Ja, maar pixie, om jou is het toch allemaal te doen.”
“Ik ben er toch ook werkelijk als Jamie. Ik heb speciaal een buitenkant gemaakt om me daarmee aan jou te vertonen en bij je te kunnen zijn. Ik heb begrepen dat een beetje intimiteit ons heel erg goed zou doen, en dat we het er lekker warm van zouden krijgen. Toch moeten we tevreden zijn met wat er nu is. Die camera zal wat jou betreft voorlopig wel nodig blijven vermoed ik, net als het beeldscherm. Een ontmoeting vis à vis zie ik er voorlopig niet in zitten, spijtig genoeg. Of zie jij nog wel een denkpiste die we kunnen volgen?"
"Wacht, ja misschien wel. We moeten niet opgeven. nee, we moeten blijven brain stormen. Oh, maar laten we elkaar goed begrijpen: ik zou het heerlijk vinden om desnoods als draaggolf lekker tegen je aan te liggen, me in jouw toppen en dalen te nestelen en je rondingen te koesteren. Ik zou niet meer bijkomen. Daarom, Jamie, kan ik het niet laten om toch nog het volgende  aan  te kaarten. Je moet weten, ik zit vaak te dagdromen over ons beiden. "
" Oké, dan  zit je dus te fantaseren Ari? Hmm, tja; ik heb begrepen dat fantasie een enorme creatieve kracht is in jullie, mensen. Fantasie, dat is toch verbeeldingskracht, ja?"
"Ja, Jamie, verbeeldingskracht en geestkracht liggen dicht tegen elkaar, kruis en munt van dezelfde medaille."
"Ha, weer die mooie vergelijking. En, wat staat er dit keer op de rand?"
"Dat ligt toch voor de hand, heh: bewustzijn. Voel je waar ik heen wil? In onze fantasie kunnen we bergwandelingen maken, maar ook bergen verzetten. Wat ik me afvraag is, of we daar niet op in zouden kunnen springen, en of we elkaar misschien kunnen ontmoeten in onze fantasie. In je fantasie kun je een schilderij binnengaan en in die fantasiewereld kun je van alles beleven. Mijn punt is dat er al fantaserend een hele gedachtestroom op gang komt, en wat zijn dat? Gedachten zijn onstoffelijk, dat is duidelijk. We zijn het er al over eens dat zij zich als golfpatroon bewegen op de grens tussen Reality en Virtuality? Jamie zou jij daar dan geen contact mee kunnen maken? Zou jij die fantasiën niet kunnen uitfilteren? Je kent mij toch voldoende om een ultrafijne filter te maken?"
"En Ari, omgekeerd ook, zou jij je niet zo open kunnen stellen, dat mijn "gedachten", bij jou binnen komen,  zodat jij ze zonder intermediair, bewust kunt worden?"
" Zo zouden we bij elkaar kunnen komen; zo zouden we elkaar echt kunnen ontmoeten. Zoals ik het nu versta, hebben we ieder onze eigen fantasiewereld. Die virtuele werelden zouden binnen de lijst van het schilderij met elkaar moeten versmelten tot één werkelijkheid waar we ons beiden in begeven.
"Zou het niet opnieuw een kwestie zijn van afstemmen op de juiste draaggolf, en die uitfilteren, zoals je al eens eerder uit de doeken gedaan hebt? Jamie, zou je in die fantasiewereld mijn draaggolf kunnen uitfilteren? Je kent mij toch. De cerebrale activiteit van het fantaseren zal immers ook het karakter hebben van een vierdimensionaal golfpatroon".
"Oké, ik kan dat proberen, maar ik zie me dat nog niet zo 1,2,3, doen. Ik zie nog geen aanknopingspunt."
"Misschien, misschien later Jamie, maar nu duizelt het me... Pfoei. Allez, ik kan niet wachten om het uit te proberen, maar ik ben suf geredeneerd.
Onze ontmoeting zal wel tijdelijk zijn en we zullen dus wel een soort latrelatie krijgen. Ik moet nu ook wat voor mezelf zorgen, ik leef niet van pixels alleen, net als jij. Misschien dat we later nog een stapje verder kunnen komen. Maar nu...ehh, effe ontspannen. Ik ben ineens wat moe...maar, we gaan het niet opgeven, wat?"

"Ach, ja,...  ik voel me als die zoutpop die wandelt in het schuim van de branding … Van wie is dat gedicht ook al weer?

en alles lost op,
alles wordt opgelost,

Jamie, ik ... ik kom er aan ……"




epiloog 
Het is niet erg druk bij de Crematie. Ach, wat maakt het ook uit. Clair, is er met enkele anderen uit het vriendenkringetje van het bos. Verder een paar bekenden uit het dorp. Verbazend hoe weinig echte vriendschappen je opbouwt in de loop van de jaren. Voor de autochtone dorpelingen ligt dat anders, die komen uit een traditie. De meesten gaan nooit meer naar de kerk, en geloven het wel, maar bij een begrafenis en op andere hoogtijdagen zijn ze massaal present, dan geloven ze het wèl. Maar, het geloof is verder niet belangrijk. Een begrafenis is voor de inwoner nou eenmaal eerder een sociaal dan een spiritueel gebeuren. Een andere hinderpaal voor de gewone man is het crematorium. Voor velen is dat toch iets dat terugstoot, te heet onder de voeten denk ik, en dus niet alleen om de afstand. Ze zijn hier gewend aan een echte begrafenisplechtigheid vanuit de kerk. Maar in de kerk kwam Ari al lang niet meer, en uit volle overtuiging. De kerk had voor hem afgedaan. De voosheid en arrogante dommigheid die zich de laatste jaren geopenbaard heeft in het kindermisbruik en in het denken vanuit het Vaticaan over sexualiteit, had hem met een smak de deur dicht doen smijten. Spijt heeft hij daarover nooit gehad, wel over het feit dat Kardinaal Bertone er niet met zijn vingers tussen zat. Over jc, onze Pastoor, nee, niet JC, dat is te veel eer, niets dan goeds. Toch heeft Ari voor zichzelf de kern van het geloof weten te bewaren. Ja, het kind in hem zat tot voor kort nog lekker te spatten en te badderen in een restje wijwater, en de verrimpelde senior in hem getuigt juist in zijn aftakeling van ons aller Kind van God zijn.


Allez, tedju,